5 Flowchart inbedrijfname
De onderstaande flowchart kan gebruikt worden om de meest voorkomende parameters
op een overzichtelijke manier in te stellen.
Maximale frequentie
Dit is de maximaal uitgestuurde frequentie
Kantelfrequentie
Dit is de nominale motorfrequentie. Dit staat
vermeld op het typeplaatje van de motor.
Bovengrens frequentie
De bovengrens is standaard uitgeschakeld (0Hz).
Ondergrens frequentie (minimale frequentie)
De bovengrens moet eerst worden ingesteld.
Nominale motorspanning
Staat vermeld op het typeplaatje. Let op dat de
juiste spanning wordt gekozen.
Nominale motorstroom
Staat vermeld op het typeplaatje. Let op dat de
juiste stroom (ster of driehoek) wordt gekozen.
Keuze V/Hz curve of vector control :
A044 =0 (lineaire V/Hz curve)
A044 =1 (parabolische V/Hz curve)
A044 =2 (vrij patroon V/Hz curve)
A044 =3 (Vector control)
Gebruik de autotune data
00 = Hitachi motordata, 02 = autotune motordata
Nominaal motorvermogen
Dit staat vermeld op het typeplaatje
Aantal motorpolen
Inschakelen autotuning.
H001 = 01 : autotuning bij stilstand
H002 = 02 : autotuning met draaiende motor
De autotuning wordt gestart na een start
commando (bron start commando = A002).
Autotuning is goed uitgevoerd : _ _ _ O
Autotuning is niet goed uitgevoerd : _ _ _ _I
Druk vervolgens op de stop/reset-knop
Acceleratietijd
Stel de acceleratie tijd niet te kort in, dit
voorkomt overstroomfouten.
36
Copyright Hiflex Automatiseringstechniek B.V. © 2014
A004 = 50 Hz
A003 = 50 Hz
A061 = 50 Hz
A062 = 20 Hz
A082 =
230/400 V
B012 = 10 A
A044 =?
A044 = 0,1 of 2
F002 = 10 s
A044 = 3
H002 = 02
H003 = 5,5 kW
H004 = 4
H001 = 1 of 2