Pagina 1
Handboek Hitachi WJ200 frequentieregelaar Deze handleiding bevat beknopte technische informatie van de serie WJ200. Lees voor gebruik deze verkorte handleiding volledig door. Voor alle zaken die deze verkorte handleiding niet vermeldt, verwijzen wij u naar het Hitachi WJ200 Series Inverter Instruction Manual.
Inleiding Hitachi Ltd Hitachi werd door de Japanner Namihei Odaira aan het begin van de vorige eeuw, in 1910 om precies te zijn, opgericht. De basis van dit bedrijf bestond uit een elektrisch reparatiebedrijf dat gevestigd was in een kopermijn. Een van de eerste producten van Hitachi was een elektromotor van 3,6 kW.
WJ200 frequentieregelaar en maat grotere motor kan aandrijven dan bij toepassingen met een constant koppel. Voorbeeld : Een 5,5 kW WJ200 is dan geschikt om een 7,5 kW motor met een variabel koppel aan te sturen.
1.2 Bediening, parameters en functies De WJ200 kan eenvoudig worden gestart door het indrukken van de RUN toets of door een combinatie van klemmen . Het toerental kan worden gevarieerd middels het toetsenbord of door een extern spanning- of stroomsignaal op de analoge ingangen.
2 Mechanische Installatie Monteer de WJ200 frequentieregelaar altijd in een verticale positie en houd aan de onder- en bovenzijde voldoende vrije ruimte zodat de koeling van de frequentieregelaar optimaal is. 2.1 Afmetingen WJ200-001SF t/m WJ200-004SF WJ200-007SF t/m WJ200-022SF WJ200-004HF t/m WJ200-030HF WJ200-040HF WJ200-055HF &...
Voor een veilige en betrouwbare bedrading worden de onderstaande adereindhulzen aanbevolen: 3.4 Digitale aansturing van de ingangen via een externe 24V Wanneer er een externe 24V wordt gebruikt dan dient de frequentieregelaar als volgt aangesloten te worden: Let op : De brug tussen de klemmen PLC en L moet verwijderd worden wanneer er gebruik gemaakt wordt van een externe 24V voeding..
3.5 Aansturing interfacerelais De interne P24 kan met maximaal 100mA worden belast. De open collector uitgang kan met maximaal 50mA worden belast. (max. 27V). Bij aansturing van meerdere interfacerelais door de uitgangen en meerdere ingangen (5mA per input) kan het noodzakelijk zijn een externe 24V te gebruiken.
3.7 Noodstop Circuit De WJ200 is in staat om de motor “ongecontroleerd te stoppen” door de uitgangspanning hardwarematig af te schakelen zoals gedefinieerd is in EN60204-1 (of als STO-functie zoals beschreven is in IEC/EN61800-5-2). Deze manier van stoppen is gelijk aan stop categorie 0.
Pagina 14
EDM-uitgang niet geactiveerd. Controleer in dat geval de bedrading van de ingangen GS1 en GS2. Wanneer de noodstopfunctie (STO ingangen) gebruikt wordt, moet de WJ200 altijd aansloten worden op een gecertificeerd veiligheidsrelais waarbij u het EDM- uitgangssignaal gebruikt om beide veiligheidsingangen GS1 en GS2 te bevestigen.
(73/23/EEC) en de EMC-richtlijn (89/336/EEC) als de voorgeschreven EMC-filters worden gemonteerd. Tevens dient de motorkabel afgeschermd te zijn en mag de 50m lengte niet overschrijden. Raadpleeg voor de overige voorwaarden de Hitachi WJ200 serie Inverter Instruction Manual. Combinatie van EMC-netfilter met de bijbehorende WJ200:...
EMC richtlijnen voldaan. Houd bij langere kabellengten rekening met de spanningsval in de motorleiding. Plaats het sinusuitgangsfilter direct na de WJ200 en houd de bekabeling tussen filter en WJ200 zo kort mogelijk. De voordelen van een sinusfilter op een rij:...
Volgens bovenstaand figuur zijn de digitale ingangen 2, 4, 6 en FW hoog. d006 Status uitgangsklemmen Hiermee kan worden bekeken welke uitgangsklemmen van de WJ200 actief zijn. d007 Weergave gescaleerde uitgangsfrequentie De uitgangsfrequentie kan worden gescaleerd d.m.v. de parameter b086.
Pagina 21
d008 Weergave gemeten actuele frequentie Actief wanneer gebruik gemaakt wordt van een encoderterugkoppeling. Rechtsom draaien wordt weergegeven als een positieve waarde 0,0 t/m 400,0 Hz. Linksom draaien wordt weergegeven met een negatieve waarde -0,0 t/m -400,0 Hz. Met behulp van deze monitoring parameter is het mogelijk om te controleren of de draairichting van de motor overeen komt met de draairichting van de encoder.
Pagina 22
d018 Weergave temperatuur koelplaat Temperatuur van de koelplaat van de regelaar in graden Celsius. d022 Weergave levensduur frequentieregelaar Zie de “Engelstalige instruction manual” voor meer informatie. d023 Weergave voor EsZQ software t/m d027 Zie de “Engelstalige instruction manual” voor meer informatie. d029 Weergave positie setpoint Wanneer gekozen is voor positioneren en er gebruik wordt gemaakt van een...
Pagina 23
Actuele storing d090 Weergave programmeer fout Zie de “Engelstalige instruction manual” voor meer informatie. d102 Tussenkringspanning Weergave van de tussenkringspanning van de frequentie regelaar. d103 Weergave inschakelduur remchopper Met deze weergave parameter kan de inschakelduur van de interne remchopper bekeken worden.
*) “Multispeed 0” snelheid vanuit bedieningspaneel of klemmenstrook F001 = A020. Indien twee andere klemmen worden geprogrammeerd als CF3 en CF4 zijn er totaal 15 voorkeuzesnelheden beschikbaar. De 15 voorkeuzefrequenties kunnen tevens via de parameters A021 t/m A035 worden gewijzigd; zie hiervoor het Hitachi WJ200 Series Inverter Instruction Manual. F002...
F003 Deceleratietijd De deceleratietijd is de tijd waarbinnen de motor stilstaat. Deze tijd is instelbaar tussen 0,01 en 3600 seconden. Als de beginfrequentie kleiner is dan de onder parameter A004 ingestelde maximumfrequentie, dan is de deceleratietijd evenredig korter. fabrieksinstelling 10,00s. F004 Instellen van de draairichting Indien onder A002 de RUN-toets geactiveerd is, kan onder F004 de draairichting worden...
Pagina 26
A004 Maximum frequentie Moet de motor sneller draaien dan de nominale motorfrequentie dan kan dat door de maximum frequentie hoger in te stellen dan de kantelfrequentie. Houdt u er wel rekening mee dat het koppel evenredig daalt met de verhoging boven de kantelfrequentie. Het kipkoppel daalt zelfs kwadratisch, hierdoor kan bij frequenties boven de 90Hz de motor reeds bij een kleine overbelasting stilvallen.
Pagina 27
A101 Startfrequentie & A102 Eindfrequentie Deze functies begrenzen de frequentie-instelling met het 4-20mA signaal, voor b.v. een voorkeuzefrequentie vormen ze geen begrenzing. Staan beide parameters op nul dan zijn ze niet actief. De ingestelde startfrequentie kan ook hoger zijn dan de eindfrequentie, waardoor de regelaar b.v.
Een elektronisch thermisch relais is geen sluitende motorbeveiliging. Een beveiliging met behulp van thermistoren is altijd het meest optimale. De thermistoren kunnen direct op de WJ200 worden aangesloten. Bij meermotoren bedrijf is elke motor bij voorkeur voorzien van een thermistor.
Dient de WJ200 continu zijn nominale uitgangsstroom te leveren (b.v. bij pompen en ventilatoren) dan mag de modulatiefrequentie niet hoger ingesteld worden dan vermeld in de kolom “geen derating” Moet de WJ200 met een zo’n hoog mogelijke schakelfrequentie draaien i.v.m. een stille motor dan mag de uitgangsstroom niet langdurig hoger zijn dan in de kolom “derating”...
Pagina 30
B090 Inschakelduur remchopper De WJ200 is standaard voorzien van een interne remchopper waarop een extern te plaatsen remweerstand kan worden aangesloten. De inschakelduur van de remchopper wordt begrenst door de procentuele waarde van parameter b090. Bij een juiste instelling van b090 beveiligd deze functie de weerstand tegen overbelasting door het uitschakelen van de WJ200 met de storingscode “E06”.
Onderstaande tabel geeft de minimale ohmse waarde aan van de remweerstanden die op de regelaars aangesloten mogen worden: Type regelaar Minimale Ppiek [W] duty [% ]b90 weerstand [Ohm] WJ200-002SF 1300 WJ200-004SF 1300 WJ200-007SF 2600 WJ200-015SF...
C21- C22 en C26 Functiekeuze uitgangen 11- 12 en uitgangsrelais De 2 digitale uitgangen en het relaiscontact kunnen met onderstaande functie worden geprogrammeerd. motor draait LOG1 resultaat logische berekening 1 frequentie bereikt melding LOG2 resultaat logische berekening 2 frequentie overschreden LOG3 resultaat logische berekening 3 overbelastingsmelding WAC waarschuwing einde levensduur...
Motorparameters (H***) H001 Autotuning Met autotuning worden automatisch de motorconstanten gemeten welke nodig zijn voor de Sensorless Vector Control. 00 - autotuning uit 01 - meting motorconstanten weerstand en inductie bij stilstaande motor 02 - autotuning met draaiende motor fabrieksinstelling 00. Als de autotuning start zal de motor accelereren naar 80% van de ingestelde kantelfrequentie.
Autotuning stap voor stap: Stap Code Naam Actie A003 Kantelfrequentie Meestal de op de typeplaat van de motor vermelde frequentie A044 Regelmethode Sensorless vector control code 03 A051 gelijkstroom-remmen Moet uit zijn bij autotuning : code 00. Dit is ook de fabrieksinstelling.
A044 =3 (Vector control) A044 = 0,1 of 2 A044 = 3 Gebruik de autotune data H002 = 02 00 = Hitachi motordata, 02 = autotune motordata Nominaal motorvermogen H003 = 5,5 kW Dit staat vermeld op het typeplaatje H004 = 4 Aantal motorpolen Inschakelen autotuning.
Pagina 37
Deceleratietijd F003 = 10 s Stel de deceleratie tijd niet te kort in. Dit voorkomt overspanningsfouten Bron gewenste frequentie A001=00 : via de potmeter extern bedienpaneel A001 = 01 A001=01 : via de besturingsklemmen O of OI. O-ingang Let op : de ingangen O en OI worden gesommeerd A001 =? A001=02 : via de voorkeuzesnelheden A001=03 : via de Modbus...
Pagina 42
A052 frequentie waaronder start gelijkstroom 0.00 – 60.00 Hz 0.50 Hz remmen A053 tijdvertraging voor start gelijkstroomremmen 0,0 – 5 s 0.0 s A054 niveau (kracht) van gelijkstroomremmen 0.0 – 100 % 0,0 % A055 tijdsduur van het gelijkstroomremmen 0.0 – 60 s 0.0 s A056 start van het gelijkstroomremmen op...
Pagina 43
A097 keuze acceleratiecurve 00= lineair 01= S-curve 02= U-curve 03= omgekeerde U curve 04= EL-S curve A098 keuze deceleratiecurve 00= lineair 01= S-curve 02= U-curve 03= omgekeerde U curve 04= EL-S curve A101 startfrequentie OI ingang 0.00 – 400.0 Hz 0.00 Hz A102 eindfrequentie OI ingang...
02= constante snelheid 03= acc. & constante snelheid en snelheidstoename bij generator bedrijf. b022 aanspreekniveau overbelastingsbeveiliging 20 – 200 % (in A) van de 150 % nominaalstroom WJ200 b023 deceleratietijd overbelastingsbeveiliging 0.10 – 30.00 s 1.0 s b024 overbelastingsbeveiliging 00= niet (koppelbegrenzing) 01= acc.
Pagina 45
00= uitgeschakeld overstroomfouten) 01= inschakelen b028 niveau stroominjectie actief vangen 20 – 200 % (in A) van 100 % nominaalstroom WJ200 b029 tijdsduur stroominjectie actief vangen 0.10 t/m 30.00 s 0.50 s b030 herstartfrequentie actief vangen 00= frequentie voor de laatste stop...
Pagina 46
b053 deceleratietijd gecontroleerd stoppen bij 0.01-3600 s 1.00 s onderspanning b054 frequentiestap bij start gecontroleerd stoppen bij 0.00-10.00 Hz 0.00 Hz onderspanning b060 ondergrens vergelijkingswindow [O]-ingang 0 t/m 100 % 100 % b061 bovengrens vergelijkingswindow [O]-ingang 0 t/m 100 % b062 hysterese vergelijkingswindow [O]-ingang 0 t/m 10 %...
Pagina 47
b120 mechanische remfunctie (hijslogica) 00= niet actief 01= actief b121 wachttijd na start voordat de rem gelicht wordt 0.00-5.00 s 0.00 s b122 wachttijd na lichten rem voor start acceleratie 0.00-5.00 s 0.00 s b123 wachttijd na afvallen rem waarna stop 0.00-5.00 s 0.00 s b124...
Pagina 49
00 [RUN] 00 RUN - motor draait C021 Klem 11 01 FA1 - frequentie bereikt melding 01 [FA1] C022 Klem 12 02 FA2 - frequentie overschreden 05 [AL] C026 potentiaalvrij contact AL0, 03 OL - overbelastingsmelding AL1, AL2 04 OD - wenswaarde bereikt 05 AL - alarmsignaal 06 FA3 - frequentie bereikt.
Pagina 50
01= alleen actief bij constante snelheid C039 te lage motorstroom detectieniveau 0 – 200% (in A) van de nominaalstroom van 100% [LOC] de WJ200 C040 overbelastingsmelding 00= actief bij acc/dec en constante snelheid [OL] 01= alleen actief bij constante snelheid...
Pagina 51
C102 werking reset ingang [RS] 00= reset actief op stijgende flank 01= reset actief op dalende flank 02= reset alleen actief indien WJ200 in storing 03= alleen foutgeheugen wissen C103 herstart na reset 00= vanaf 0Hz 01= actuele motorfrequentie...
Pagina 52
C144 logische functie 1 logische bewerking [LOG1] 00= A AND B 01= A OR B 02= A XOR B C145 logische functie 2 uitgangsfunctie A [LOG2] voor uitgangsfuncties zie c021 t/m c026 C146 logische functie 2 uitgangsfunctie B[LOG2] voor uitgangsfuncties zie c021 t/m c026 C147 logische functie 2 logische bewerking [LOG2] 00= A AND B...
H001 auto-tuning mode selectie 00= geen auto-tuning 01= R en L meting; zonder draaien 02= auto-tuning H002 motordata selectie 00= Hitachi standaard data 01= auto-tuning data 02= auto tuning data (incl. online tuning) H003 Motorvermogen 0.1 – 18.5 kW afhankelijk...
8 Toepassingsbladen 8.1 Toepassingsblad no.1 PID regeling In toepassingen waar b.v. een druk/flow geregeld dient te worden kan de WJ200 deze op de ingestelde waarde (setpoint) handhaven door zijn ingebouwde PID regeling. De motorsnelheid wordt aangepast op basis van een setpoint en een terugkoppelsignaal vanuit het proces.
Pagina 58
Gebruik parameter A061 en A062 alleen als het lastwerktuig niet (langdurig) een bepaald (minimum) toerental mag draaien. Dit omdat de parameter A061 en A062 het setpoint F001 als volgt begrenst: A062 *100 < F001 < A061*100 A004 A004 Valt het gewenste setpoint buiten het bereik van F001 verhoog dan A004. Terugkoppelsignaal: Controleer vooraf het terugkoppelsignaal door parameter d004 uit te lezen.
Pagina 59
Optimaal instellen van de PID-regeling: kies de acceleratie/deceleratie-tijd zodanig dat ook bij een plotseling verandering van de gewenste frequentie de frequentieregelaar niet tript op overstroom of overvoltage. Zet de I-tijdconstante (A073) op 30s en verhoog de P-gain (A072) zodanig dat het systeem begint te oscilleren.
De herstartbeveiliging is actief; raadpleeg het Hitachi Instruction Manual. Aardfout. Controleer de motor op aardsluiting (meggeren). De WJ200 test alleen tijdens power up de motor op aardsluitng! Zorg er dus voor dat de motor verbonden is met de WJ200 voordat de voeding wordt bijgeschakeld.
E50- EzSQ user trip (0 tot 9) Fouten die aangemaakt kunnen worden in EzSQ E60- fout optiebord raadpleeg het Hitachi Instruction Manual Encoderfout Controleer de bedrading en de voedingsspanning van de encoder Te hoge snelheid Zie parameter P026 Positie buiten bereik Als de actuele positie buiten het positioneringsbereik (P072-P073) valt, schakelt de frequentieregelaar de uitgang uit en wordt de foutcode weergegeven.
9.3 Storing resetten Er zijn 3 mogelijkheden voor het resetten van een storing: - de stop/reset-toets indrukken; - de reset-klem activeren; - de voeding uit en (na circa 30 seconden) weer inschakelen. De E08, E14 en E30 storingen kunnen alleen worden gereset door de voedingsspanning weg te schakelen.