Faxen
Faxintensiteit aanpassen
Opmerking: Controleer of de fax is geconfigureerd. Zie
informatie.
1
Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat.
2
Tik vanuit het startscherm op Fax en voer de benodigde informatie in.
3
Tik op Intensiteit en pas vervolgens de instelling aan.
4
Verzend de fax.
Faxlog afdrukken
Opmerking: Controleer of de fax is geconfigureerd. Zie
informatie.
1
Tik in het startscherm op Instellingen > Rapporten > Fax.
2
Tik op Faxtaaklog of op Kieslog faxnummers.
Ongewenste faxen blokkeren
Opmerking: Controleer of de fax is geconfigureerd. Zie
informatie.
1
Tik in het startscherm op Instellingen > Fax > Faxinstellingen > Faxontvangstinstellingen >
Beheercontrole.
2
Stel Fax zonder naam blokkeren in op Aan.
Faxen in wachtrij
Opmerking: Controleer of de fax is geconfigureerd. Zie
informatie.
1
Raak in het startscherm Instellingen > Fax > Faxinstellingen > Faxontvangstinstellingen > Faxen in de
wachtstand zetten aan.
2
Selecteer een modus.
'Printer instellen voor faxen' op pagina 44
'Printer instellen voor faxen' op pagina 44
'Printer instellen voor faxen' op pagina 44
'Printer instellen voor faxen' op pagina 44
53
voor meer
voor meer
voor meer
voor meer