Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doelhartslagprogramma; Individueel Programma; Intervalprogramma; Bergprogramma - Crane 1210 Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

11.5 Doelhartslagprogramma (HRC Program)
Dit programma werkt alleen met een borstband met een hartslagmeter (niet inbegrepen).
In het doelhartslagprogramma wordt de trapweerstand automatisch aangepast aan een vooraf
vastgelegde doelhartslagfrequentie.
Zodra uw huidige hartslag onder de doelhartslagfrequentie daalt, wordt de trapweerstand om
de 10 seconden met een niveau verhoogd (tot maximaal 16). Als uw huidige hartslag boven de
doelhartslagfrequentie stijgt, wordt de trapweerstand om de 10 seconden met een niveau
verlaagd (tot minimaal 1).
1. Druk op knop voor het doelhartslagprogramma (m).
2. Druk op de modusknop (v).
3. Selecteer met behulp van de plus-knop (s) en de min-knop (u) een van de volgende
doelhartslagprofielen en bevestig uw selectie met behulp van de modusknop (v):
• HRC 1: 55 % van de maximale hartslagfrequentie (= 220 – leeftijd) (zie uitleg bij "herstelzone" onder
"Training plannen")
• HRC 2: 75 % van de maximale hartslagfrequentie (zie uitleg bij "aerobe zone" onder "Training plannen")
• HRC 3: 90 % van de maximale hartslagfrequentie (zie uitleg bij "anaerobe zone" onder "Training plannen")
• HRC 4: maximale hartslagfrequentie (vrij instelbaar met behulp van de plus- en min-knoppen) (zie
uitleg bij "waarschuwingszone" onder "Training plannen")
4. Om een doelwattage of waarden voor een countdown-training in te stellen, drukt u op de modusknop
(v) en legt u de instelwaarde voor watt, tijd, afstand, kilojoule en hartslag vast.
5. Begin met trappen om de training te starten.
11.6 Individueel programma (User Program)
In het individuele programma kunt u naar wens een individueel trainingsprogramma samenstellen
en opslaan.
1. Druk op de knop voor het individuele programma (n) en begin met trappen.
De computer opent een opgeslagen trainingsprofiel.
2. Om een individuele trainingssessie te programmeren, drukt u op de modusknop (v) voordat
u begint met trappen.
3. Leg de instelwaarde voor de balken tijd, afstand, kilojoule en hartslag vast.
4. Begin met trappen om de geprogrammeerde training te starten.
11.7 Intervalprogramma (Intervall Program)
In het intervalprogramma worden belastings- en ontspanningsfases in dezelfde volgorde herhaald.
Vanwege de sterke intensiteitsschommelingen mag het niet worden gebruikt door niet-getrainde
beginners. Het intervalprogramma is voorgeprogrammeerd en kan niet worden gewijzigd.
Ook de vooraf ingestelde trapweerstand kan niet worden gewijzigd.
1. Druk op knop voor het intervalprogramma (x).
2. Druk op modusknop (v) om de gewenste intensiteit (level) en de waarden voor een countdown-training
in te stellen.
28
3. Leg de instelwaarde voor intensiteit, tijd, afstand, kilojoule en hartslag vast.
Er zijn drie verschillende intensiteitsniveaus:
• L1 - voor getrainde beginners
• L2 - voor gevorderden
• L3 - voor fitness-sporters en professionals
4. Begin met trappen om de training te starten.
11.8 Bergprogramma (Climbing Program)
In het bergprogramma neemt de belasting gelijkmatig toe zoals bij een bergrit. Vanwege de hoge
intensiteit mag het programma niet worden gebruikt door niet-getrainde beginners.
De vooraf ingestelde trapweerstand kan niet worden gewijzigd.
1. Druk op knop voor het bergprogramma (w).
2. Druk op modusknop (v) om de gewenste intensiteit (level) en de waarden voor een countdown-training
in te stellen.
3. Leg de instelwaarde voor intensiteit, tijd, afstand, kilojoule en hartslag vast.
Er zijn drie verschillende intensiteitsniveaus:
• L1 - voor getrainde beginners
• L2 - voor gevorderden
• L3 - voor fitness-sporters en professionals
4. Begin met trappen om de training te starten.
11.9 Testprogramma (Test Program)
In het testprogramma kunt u uw huidige conditie bepalen. Voor het begin van de test wordt een
constante trapweerstand vastgelegd die tijdens het programma niet kan worden gewijzigd. Het
is belangrijk de hartslag tijdens het programma te meten en de maximale hartslag (maximale
hartslagfrequentie) niet te overschrijden, omdat de uitslag anders vertekend raakt.
Via het testprogramma kan de gebruiker diverse trainingssessies uitvoeren onder dezelfde
omstandigheden (wattage) en de gemiddelde snelheid, afgelegde afstand, totaal energieverbruik,
gebruikte weerstand en gemiddelde hartslag van verschillende trainingsdagen met elkaar vergelijken.
Alleen trainingssessies met dezelfde vooraf ingestelde trapweerstand (watt) kunnen met elkaar worden
vergeleken. Het testprogramma duurt 12 minuten.
1. Druk op de testprogrammaknop (t). Zodra u begint te trappen, opent de computer de waarde die
tijdens de vorige trainingssessie met dit programma werd ingesteld.
2. Om een individuele instelwaarde te programmeren, drukt u op de modusknop (v).
3. Stel het vooraf bepaalde vermogen voor de trapweerstand (watt) in.
4. Begin met trappen om de training te starten.
Na 12 minuten geeft de computer de gemiddelde snelheid, de afgelegde afstand, het totale
energieverbruik en de gemiddelde hartslag tijdens de testsessie weer en slaat deze op. Deze waarden
worden getoond voor de start van de volgende testsessie.
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave