Inhoudsopgave
Advertenties
Er zijn vijf trainingszones:
Lichte en langzame uithoudingsbelasting.
Deze zone is geschikt voor het verhogen van uw
Zeer licht:
50-60% van MHF
prestatievermogen. Geschikt voor beginners,
Herstelzone
voor goed getrainde personen geschikt als
warming-up of coolingdown.
Lichte intensiteit:
Licht:
60-70% van MHF
Verbetering van het basisuithoudingsvermogen
Vetverbranding
en activering van de vetstofwisseling
Gemiddeld:
Training met gemiddelde intensiteit, verbetering
70-80% van MHF
aerobe zone
van tempo en efficiëntie.
Training met hoge intensiteit, maximale
Zwaar:
80-90% van MHF
toename van het uithoudingsvermogen, alleen
anaerobe zone
geschikt voor geoefende sporters
Training met extreem hoge intensiteit,
Maximum:
verbetering van de maximale prestaties en
90-100% van MHF
Kritische zone
snelheid, alleen geschikt voor topsporters voor
het trainen in korte intervallen.
11. Programma's selecteren
VOORZICHTIG!
Kans op letsel!
• Regel de trapweerstand van de ergometer via de computerknoppen (+/-) als u de
weerstand te hoog of te laag vindt.
11.1 A lgemene informatie over de programmaselectie en -beschrijving
1. Schakel de ergometer in.
2. Selecteer het gewenste programma door op de bijbehorende programmaknop te drukken.
Alle stappen die nodig zijn voor de bediening worden weergegeven in het veld (f) van
het lcd-display.
26
3. Leg de instelwaarden vast met de plus-/min-knop (s)/ (u) en bevestig de invoer van de instelwaarden
met de modusknop (v). Als u geen instelwaarde wilt invoeren, bevestigt u de waarde 0 met de
modusknop (v). Om naar een ingevoerde en bevestigde instelwaarde te gaan, drukt u op de
reset/pauzeknop (r).
4. Om een programma af te sluiten, drukt u in de pauzemodus op een willekeurige programmaknop of
start u de computer opnieuw.
• Het veld voor de hartslagmeting knippert, wanneer de vooraf ingestelde
hartslagfrequentie wordt overschreden.
• De computer stopt automatisch zodra de pedalen niet meer draaien.
• Als er geen invoer of trapbeweging plaatsvindt, wordt het display na ca. 4 minuten
automatisch uitgeschakeld.
11.2 Snelstart (Quick Start)
Met het snelstartprogramma kunt u direct beginnen te trainen.
1. Druk op snelstartknop (y).
2. Begin met trappen om de training te starten.
3. Om de trapweerstand in te stellen, drukt u op de plus-/min-knop (s)/ (u).
11.3 Watt-programma (Watt Control Program)
In het watt-programma kunt u onafhankelijk van het toerental trainen op vermogen.
De vooraf ingestelde wattage blijft constant. De trapweerstand (watt) wordt om de 0,5–4 seconden
aangepast aan de trapfrequentie en trainingssnelheid.
1. Druk op de watt-programmaknop (z).
2. Druk op de modusknop (v) voor een countdown-training.
3. Stel de waarden in voor watt, tijd, afstand, kilojoule en hartslag.
4. Begin met trappen om de training te starten.
5. Om de weerstand tijdens de training aan te passen in stappen van 5, drukt u op de
plus-/min-knop (s)/ (u).
De balken van het watt-programma veranderen niet met de weerstand.
Het geselecteerde trapvermogen/watt wordt weergegeven in het watt-veld.
11.4 Handmatig programma (Manual Program)
In het handmatige programma kunt u zelf de trapweerstand tijdens de training instellen.
U kunt ook waarden instellen voor een countdown-training.
1. Druk op de knop voor het handmatige programma (k).
2. Druk op de modusknop (v) voor een countdown-training.
3. Stel de waarden in voor tijd, afstand, kilojoule en hartslag.
4. Begin met trappen om de training te starten.
27
Advertenties
Inhoudsopgave
