1
Menu FUNC.
(Flits output).
Zie Menu's en instellingen
Pas de compensatie/output aan met de
knop
of
Instellen op welk moment de flitser
wordt gebruikt
De flitser wordt geactiveerd nadat de sluiter is geopend, ongeacht de
1e gordijn
sluitertijd. Meestal wordt deze instelling gebruikt bij het maken van opnamen.
De flitser wordt geactiveerd voordat de sluiter wordt gesloten. Vergeleken
met het 1e gordijn, flitst de flitser later. Dit biedt u de mogelijkheid om
2e gordijn
opnamen te maken waarin bijvoorbeeld de achterlichten van een auto een
lichtspoor maken.
1
(Opname)
[2e gordijn].
Opname met de
instelling 1e gordijn
* Standaardinstelling.
(Flitser)/
en druk op de knop FUNC.
[Flits Sync]
(p. 26)
Bijvoorbeeld: [Flits instel.] is
ingesteld op [Automatisch]
Bijvoorbeeld: [Flits instel.] is
ingesteld op [Handmatig]
Opnamemodus
[1e gordijn]
Zie Menu's en instellingen
Opname met de
instelling 2e gordijn
*
/
(p. 27)
83