O
VERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR
ONTVANGST
A
FDRUKZONE VAN EEN ONTVANGEN DOCUMENT VERKLEINEN
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
VERKLEINEN 94%
5. Om een van de beschikbare verkleiningsratio's te kiezen,
"80%", "76%", "70%" en "UIT", drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
D
OCUMENT ONTVANGEN DAT LANGER IS DAN HET
PAPIERFORMAAT
Indien u een document ontvangt dat langer is dan het ge-
bruikte papierformaat, kunt u het faxtoestel zo instellen dat
de resterende tekst op een andere pagina wordt afgedrukt.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
G
EAVANCEERD GEBRUIK
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
PRINT EXTRA:AUTO
5. Om een van de andere twee beschikbare parameters te
kiezen, "PRINT EXTRA: UIT" of "PRINT EXTRA: AAN",
drukt u op de toetsen:
/
6. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
7. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen, drukt u op de toets:
OPMERKING
Indien u de parameter "PRINT EXTRA: AUTO" selecteert, zal het
faxtoestel de resterende tekst op een andere pagina afdrukken in-
dien deze tekst minstens 12 mm van de pagina bedekt.
Indien u de parameter "PRINT EXTRA: AAN" selecteert, zal het
faxtoestel de resterende tekst altijd op een andere pagina afdrukken.
Indien u de parameter "PRINT EXTRA: UIT" selecteert, zal het
faxtoestel de resterende tekst niet afdrukken.
S
-/
TILLE ONTVANGST IN
UITSCHAKELEN
In de ontvangstmodi "AUTOMAT.", "TEL./FAX" en "AWA/
FAX" kunt u het faxtoestel instellen op het ontvangen
van documenten zonder dat er bij de oproep bel-
signalen overgaan.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, hangt het gedrag
van het faxtoestel af van de geselecteerde ontvangstmodus
en van wie de oproep verricht:
•
in de modus "AUTOMAT." en "AWA/FAX", geeft het
faxtoestel bij ontvangst van een oproep, nooit een bel-
signaal;
•
in de modus "TEL./FAX", geeft het faxtoestel bij ontvangst
van een oproep alleen geen belsignaal indien de
oproep van een ander faxtoestel komt. Als het een
telefoonoproep betreft, geeft het faxtoestel een geluids-
signaal, in plaats van de belsignalen, ten teken dat u de
hoorn op moet nemen.
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
GEAVANC.FUNCTIES
19