3. Vorm de gewenste snelkiescode (bijvoorbeeld
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen
faxnummer. Als eveneens de naam werd opgeslagen, geeft
het display de naam weer.
Wanneer het nummer is gekozen, verloopt de verzending
verder op de bekende manier.
V
-
ERZENDEN MET ONE
TOUCH
DOOR OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
Als u zich de one-touch-toets of snelkiescode niet herinnert
die u aan een bepaald faxnummer heeft toegewezen, kunt
u de verzending toch starten door het nummer als volgt
in het adresboek op te zoeken:
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer. Op de bovenste regel van het display ver-
schijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het con-
trast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast en
resolutie".
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
ADRESBOEK
CODE OF <>
3. Om het gewenste faxnummer of de naam van de corres-
pondent te vinden aan wie u het document wilt sturen, drukt
u op de toetsen:
/
4. Om de verzending te starten, drukt u op de toets:
V
ERZENDEN DOOR OPVRAGEN VAN EEN VAN DE LAATSTE
BINNENGEKOMEN NUMMERS OF EEN VAN DE LAATSTE
GESELECTEERDE NUMMERS
1. Steek het document in de automatische invoer (ADF) of in
de handinvoer. Op de bovenste regel van het display ver-
schijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het con-
trast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie is "
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast en
resolutie".
-
TOETSEN OF SNELKIESCODES
20
10
2. Druk op de toets:
).
Op het display verschijnt:
3. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "UITG.
OPROEPEN", drukt u op de toetsen:
/
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
5. Om in de lijst van de laatste 20 binnenkomende oproepen
of in de lijst van de laatste 10 uitgaande oproepen het
faxnummer of de naam van de correspondent op te vragen
aan wie u het document wilt zenden, drukt u op de toetsen:
/
6. Om de verzending te starten, drukt u op de toets:
R
APPORTEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
R
APPORTEN
"
Door het afdrukken van rapporten kunt u het resultaat van alle uitge-
voerde transacties (verzendingen en ontvangsten), het aantal ver-
werkte documenten en andere nuttige informatie controleren.
Het faxtoestel kan de volgende rapporten afdrukken:
•
Stroomonderbrekingsrapport: dit rapport wordt altijd auto-
matisch afgedrukt, wanneer er documenten in het geheu-
gen zijn, na een stroomonderbreking.
Het faxtoestel zal bij herstel van de normale werking automatisch
een rapport afdrukken met het aantal op dat moment in het geheu-
gen aanwezige pagina's die verloren gegaan zijn. In dat geval is
het raadzaam het activiteitenrapport af te drukken om het nummer
of de naam te vinden van wie u de verloren gegane documenten
heeft gezonden.
•
Activeringsrapport: dit rapport bevat de gegevens van de laat-
ste 42 transacties (verzendingen en ontvangsten), die in het
geheugen van het faxtoestel opgeslagen blijven. Het wordt auto-
matisch afgedrukt (na de 32e transactie) of wanneer u dit
opvraagt.
•
Rapport laatste verzending: dit rapport bevat de gegevens
van de laatste verzending. Het kan, indien zo geprogrammeerd,
altijd automatisch afgedrukt worden na elke verzending, of
wanneer u dit opvraagt.
•
Foutberichtenrapport: dit rapport bevat eveneens de gege-
vens van de laatste verzending maar wordt alleen na een
mislukte verzending automatisch afgedrukt. Het faxtoestel
is ingesteld om dit soort rapport automatisch af te drukken. Hoe u
deze functie kunt uitschakelen, wordt beschreven in de betref-
fende paragraaf.
•
Rapport laatste circulaire: bevat de gegevens met betrekking
"
tot de laatste circulaire-verzending en kan indien geprogram-
meerd, altijd automatisch afgedrukt worden na elke circu-
laire-verzending, of op aanvraag op het gewenste moment.
BINNENK.OPROEPEN
9