LED
Groen
Geel
Rood
Tab. 9:
6.4.2 Temperatuurbewaking
Als de drempelwaarden worden overschreden, zorgen de uitgangssignalen van de temperatuursenso-
ren ervoor dat de turbopomp in een veilige toestand wordt gezet. Afhankelijk van het type, worden de
temperatuurdrempels voor waarschuwings- en foutmeldingen onveranderbaar in de elektronische aan-
drijfeenheid worden opgeslagen. Voor informatiedoeleinden worden diverse statusaanvragen in de pa-
rameterset ingesteld.
● Om te voorkomen dat de turbopomp wordt uitgeschakeld, verlaagt de elektronische aandrijfeen-
● Een verdere verlaging van het aandrijfvermogen en dus het verlagen van de snelheid, kan poten-
● Het overschrijden van de temperatuurdrempel voor foutmeldingen schakelt onmiddellijk de turbo-
6.5 Uitschakelen en ontluchten
6.5.1 Uitschakelen
Opmerkingen over het uitschakelen van de turbopomp
1. Schakel de turbopomp via de bedieningseenheid of de afstandsbediening uit.
2. Sluit de voorvacuümleiding.
3. Schakel, indien nodig, de voorpomp uit.
4. Ontlucht de turbopomp (optie zie hieronder).
5. Sluit de voedingsleidingen (bijvoorbeeld voor koelwater).
Symbool
Ledstatus
Uit
Aan, knipperen
Aan, omgekeerd
knipperen
Aan, continu
Aan, knipperen
Uit
Aan, continu
Uit
Aan, continu
Gedrag en betekenis van de leds op de elektronische aandrijfeenheid
heid het vermogensverbruik wanneer de waarschuwingsdrempel voor een te hoge temperatuur
wordt overschreden.
─ Voorbeelden zijn een ontoelaatbare motortemperatuur of een niet-toegestane hoge behui-
zingstemperatuur.
tieel leiden tot het onderschrijden van het schakelpunt van de rotatiesnelheid. De turbopomp
schakelt uit.
pomp uit.
Wij adviseren
Ontlucht de turbopomp na uitschakeling. Door dit te doen, voorkomt u dat de deeltjes terug
in het vacuümsysteem van het voorvacuümgebied stromen.
Display
Betekenis
Stroomloos
"pompstation UIT", rotatiesnelheid ≤ 60 tpm
"pompstation AAN", ingestelde rotatiesnel-
heid niet bereikt
"pompstation AAN", ingestelde rotatiesnel-
heid bereikt
"pompstation UIT", snelheid > 60 tpm
Geen waarschuwing
Waarschuwing
Geen storing, geen waarschuwing
Storing, defect
Bediening van de machine
37/64