3.
Voer kabelverbindingen uit aan in de onderkant van
de bedieningselement.
1
2
1 Aansluiting (RS485) voor de
ruimtebedieningseenheid (toebehoren)
2 Aansluiting (RJ-45) netwerkkabel
3 Aansluiting (RS485) buskabel van de
warmtepomp
4 Aansluiting (RJ-45) Modbus-kabel naar de
Modbus-verdeler
3.1. Duw de afscherming van de gestripte buskabel
die van de warmtepomp komt naar achteren en
strip de afzonderlijke draden.
3.2. Onder aan het bedieningsdeel de groene
RS485-stekker (③) uittrekken en de kabel vol-
gens het aansluitschema aansluiten. Vervolgens
de stekker weer aan het bedieningsdeel aanbren-
gen.
Draadaansluiting:
1 12 V
2 LIN
3 GND
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053800fNL | ait-deutschland GmbH
3
4
9
Spoelen, vullen en ontluchten
9.1 Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
● Gedetailleerde informatie vindt u onder
andere in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035
"Voorkomen van schade in warmwaterver-
warmingsinstallaties"
● vereiste pH-waarde: 8,2 ... 10;
bij aluminium materialen:
pH-waarde: 8,2 ... 8,5
► Vul de installatie uitsluitend met gedeminerali-
seerd verwarmingswater (VE-water) of met water
overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme werk-
wijze van de installatie).
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
●
geringe corrosieve eigenschappen
●
geen vorming van ketelsteen
●
ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
●
ideale pH-waarde door zelfalkalisering na het vul-
len van de installatie
► Indien de benodigde waterkwaliteit niet kan wor-
den ingesteld, de hulp van een vakbedrijf inroe-
pen, dat zich in de behandeling van verwarmings-
water gespecialiseerd heeft.
► Bewaar een installatieboek bij voor warmwater-
verwarmingsinstallaties met de relevante plan-
ningsgegevens (VDI 2035).
9.2 Verwarmings- en warmdrinkwater-
laadcircuit spoelen en vullen
De afvoerleiding van de veiligheidsklep is aange-
sloten.
► Let erop dat de drempeldruk van de veiligheids-
klep niet wordt overschreden.
AANWIJZING
Ter ondersteuning van de spoel- en ontluch-
tingsprocedure kan ook het ontluchtingspro-
gramma van de regelaar genomen worden.
Door het ontluchtingsprogramma is het mo-
gelijk om afzonderlijke circulatiepompen en
ook de omschakelklep aan te sturen. De de-
montage van de klepmotor is dan niet nood-
zakelijk.
15