Voor u met het toestel omgaat, dient u
er zich mee vertrouwd te maken. Dan
kunt u het achteraf bedienen zoals u
dat wenst en alle functies juist ge-
bruiken!
Bedieningstoetsen
U kunt deze koffiezetautomaat bedie-
nen door de sensortoetsen aan te ra-
ken. Er zijn vijf sensortoetsen (hierna
kortweg "toetsen" genoemd):
s
Aan-uittoets: Met deze toets kunt u
het toestel in- en uitschakelen
< > Linker- en rechterpijltjestoets:
Met deze toetsen kunt u door de
programmapunten bladeren
OK Met deze toets kunt u het
geselecteerde programmapunt
bevestigen, instellingen opslaan
-
Toets voor heet water
Display
Espresso
H
I
q
r
In het hoofdmenu worden de volgende
symbolen weergegeven:
Espresso
q
Koffie
r
Cappuccino
H
Latte macchiato
I
Hete melk
J
L
Melkschuim
Gebruikersprofiel voor maximaal
n
negen verschillende gebruikers
L
C
J
m
n
G Onderhoudsprogramma's voor de
melkleidingen, het filtersysteem,
het ontkalken van het toestel,
het spoelen van het toestel
C
Instellingen: eigen instellingen
programmeren
^ Met de pijltjestoetsen selecteert u
een programmapunt op het display.
Wanneer het gewenste programma-
punt geselecteerd is (helder verlicht),
raakt u de OK-toets aan.
Het toestel voor het eerst
gebruiken
Voorafgaand aan het eerste gebruik
dient u de koffiezetautomaat correct
op te stellen en aan te sluiten. Raad-
pleeg hiertoe de rubrieken "Elek-
trische aansluiting" en
"Inbouwaanwijzingen". Vervolgens
reinigt u het toestel. Raadpleeg hier-
toe de rubriek "Reiniging en onder-
houd".
Verwijder eventuele beschermfolies
aan de voorzijde van het toestel.
Toestel inschakelen
^ Raak de aan-uittoets s aan om het
toestel in te schakelen.
Als u het toestel voor het eerst inscha-
kelt via de hoofdschakelaar, verschijnt
op het display kort een
welkomstscherm en andere informatie.
De informatie wordt telkens als u het
toestel inschakelt weergegeven. Het
welkomstscherm verschijnt niet meer
zodra u met het toestel 5 koffiedranken
hebt bereid:
Snelstartgids
15