Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Configuratieparameters Voor Tweelingregeling Met Meerdere Pompen - Xylem Smart Popm Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

nl – Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing

6.5.4 Configuratieparameters voor tweelingregeling met meerdere pompen

De fabrieksinstellingen omvatten niet de configuratie van de uitvoering met tweelingpomp voor
tweelingwerking met meerdere pompen, ook al wordt de uitvoering geleverd met een
communicatiekabel tussen de twee inverters.
Behalve voor tweelingpompen kan deze modus ook worden geactiveerd voor twee afzonderlijke
pompen, op voorwaarde dat ze hetzelfde zijn (zelfde code) en dat ze met elkaar zijn verbonden
door middel van een communicatiekabel
Ga als volgt te werk om de functie te activeren
OPMERKING:
34
Koppel de stroomvoorziening af van de twee motoren
Controleer/sluit de 3-draadse communicatiekabel aan tussen de betreffende
communicatiepoorten (terminals 15-16-17 voor de monofase uitvoering; terminals 5-6-7
voor de driefase uitvoering)
Schakel de voeding naar beide motoren in
Configureer één eenheid als de master (zie parameter P38). In het geval van
uitvoeringen met tweelingpomp, adviseren we om de motor aan de rechterkant (gezien
met het gezicht naar de pomp vanaf de perszijde) in te stellen als master.
Selecteer op de master-eenheid de tweelingregelingsmodus (zie parameter P39) en de
bedieningsmodus (zie parameter P25)
Nadat de master-eenheid is geconfigureerd, wordt de andere eenheid automatisch
geconfigureerd als "volger". Het positieve resultaat van de configuratie wordt bevestigd
doordat de led COM op het display van de volger vast groen brandt. Raadpleeg anders,
en in het geval van de alarmen A12 of A13, Par. 8.1, tabel 14
Als de tweelingmodus actief is, moet een willekeurige gebruikt extern AAN/UIT-contact
(terminals 11-12 voor de monofase uitvoering, en terminals 13-14 voor de driefase
uitvoering) parallel worden verbonden op beide eenheden, waarbij moet worden
nagegaan of de polariteit juist is.
Als de eenheid is geconfigureerd als volger en de communicatie van de tweelingwerking
met meerdere pompen:
-
goed werkt (geen A12-alarm, zie Par. 8.1, tabel 14), zijn de START/STOP-
bediening van knop 3 en de wijziging van de parameters (met inbegrip van het
instelpunt) uitgeschakeld.
-
NIET goed werkt (A12-alarm actief, zie Par. 8.1, tabel 14), zijn de START/STOP-
werking van knop 3 en de wijziging van de parameters (P21, P23, P38, P68)
ingeschakeld.
Watergebrek:
-
Als de tweelingmodus is ingeschakeld en er maar één extern contact voor
watergebrek wordt gebruikt voor beide eenheden (terminals 13-14 voor de
monofase uitvoering, terminals 11-12 voor de driefase uitvoering), moeten er
twee dioden worden geplaatst, waarbij moet worden gezorgd dat de polariteit
tussen de contacten van de 2 eenheden correct is. Zie afbeelding 12.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave