Pagina 1
BP20N/BP20 Gebruikshandleiding Neem deze handleiding zorgvuldig door voor u het toestel in gebruikneemt en houd het bij als referentiemateriaal. Gelieve de veiligheidsinformatie in deze gebruikshandleiding voor een veilig en correct gebruik te lezen vooraleer het toestel in gebruik te nemen.
Het ingestelde Set IP gebruiken (alleen voor BP20N) ......... 2.32 Een ingestelde IP installeren ......2.32 Het ingestelde Set IP opnieuw installeren ..2.33 Ingesteld Set IP verwijderen ......2.33 Het ingestelde Set IP gebruiken ....2.34 EBRUIK VAN AFDRUKMATERIAAL Hoofdstuk 3: Papier en andere media kiezen ......
Pagina 5
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen ............4.19 Een document verkleind of vergroot afdrukken ..4.20 Watermerken gebruiken ........4.21 Een bestaand watermerk gebruiken ....4.21 Een nieuw watermerk maken ......4.22 Een watermerk bewerken ......4.23 Een watermerk verwijderen ......4.23 Overlays gebruiken ..........
Pagina 6
Algemene problemen ........6.7 Problemen in Windows ........6.8 Vastgelopen afdrukpapier verwijderen ....6.9 In het papieruitvoergebied ......6.9 Rond de tonercassette ......... 6.13 In het papieruitvoergebied ......6.14 Tips om het vastlopen van papier van A5-formaat te vermijden ......6.15 Tips om papierstoringen te vermijden ....
Pagina 7
PECIFICATIES Bijlage C: Specificaties van de printer ......... C.2 Papierspecificaties ..........C.3 Overzicht ............ C.3 Ondersteunde papierformaten ......C.4 Richtlijnen voor het gebruik van papier ... C.5 Papierspecificaties ........C.6 Papieruitvoercapaciteit ........C.6 Bewaaromgeving van printer en papier ... C.7 Enveloppen ..........
Veiligheidsinformatie Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd de volgende veiligheidsmaatregelen in acht. Veiligheidinstructies bij gebruik In deze handleiding worden de volgende belangrijke symbolen gebruikt : WAARSCHUWING: Verwijst naar een potentieel gevaarlijke situatie die in geval van niet- inachtname van de richtlijnen aanleiding kan geven tot verwondingen of de dood.
VOORZICHTIG: • Bescherm het toestel tegen vocht en water (regen en sneeuw). • Haal het netsnoer uit het stopcontact voor u het toestel verplaatst. Let erop dat u bij het veplaatsen van het toestel het netsnoer niet beschadigt onder het toestel. •...
Plaats van labels en Hallmarks voor labels WAARSCHUWING VOORZICHTIG Dit toestel heeft labels voor WAARSCHUWING en VOORZICHTIG op onderstaande plaatsen. Volg de instructies en gebruik het toestel zoals aangegeven. *Dit label wordt aangebracht op delen die heet kunnen worden. Let erop dat u deze delen niet aanraakt.
VOORZICHTIG Opmerking voor gebruikers uit de Verenigde Staten. Belangrijk: Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten van klasse B, zoals deze zijn vastgelegd in Deel 15 van de FCC-regels en -vereisten. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen storende interferentie met een lokale installatie.
Inleiding Gefeliciteerd met de aankoop van uw printer! In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Speciale functies • Printeronderdelen • Kennismaken met het bedieningspaneel...
Speciale functies Uw nieuwe printer is uitgerust met speciale eigenschappen die de afdrukkwaliteit verhogen en uw concurrentiepositie versterken. U kunt: Met uitstekende kwaliteit en hoge snelheid afdrukken • U kunt afdrukken maken tot niet minder dan 1200 dpi effectief. Raadpleeg pagina 4.8 voor meer informatie. •...
Bespaar tijd en geld • Deze printer laat u toe de tonerbesparende modus te gebruiken om toner te besparen. Raadpleeg pagina 4.11 voor meer informatie. • U kunt meerdere pagina’s afdrukken op een enkel vel om papier te besparen (N op een vel). Raadpleeg pagina 4.15 voor meer informatie.
Kennismaken met het bedieningspaneel Online/Foutmelding en Econo stand LED’s Technische gegevens Als Online/Foutmelding groen oplicht, dan is de printer klaar om af te drukken. Als Online/Foutmelding rood oplicht, dan ondervindt de printer een probleem zoals vastgelopen papier, geen papier, open deksel, of ontbrekende tonercassette.
Technische gegevens Als u in de gereedmodus de knop Annuleren 0,5 seconden lang ingedrukt houdt, dan licht deze LED op en de tonerbesparende modus is ingeschakeld. Als u opnieuw op deze knop drukt, gaat de LED uit en wordt de tonerbesparende modus uitgeschakeld.
Pagina 19
Functie Technische gegevens De afdruktaak Druk op deze knop tijdens het afdrukken. De LED annuleren Online/Foutmelding knippert terwijl de afdruktaak zowel uit de printer als de computer wordt gewist. Vervolgens keert de printer terug naar gereedmodus. Dit kan even duren afhankelijk van de omvang van de afdruktaak.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Uitpakken • Tonercassette installeren • Papier laden • Printerkabel aansluiten • De printer aanzetten • Demopagina afdrukken • De printersoftware installeren • Printersoftware opnieuw installeren • Printersoftware verwijderen • Het ingestelde Set IP gebruiken (alleen voor BP20N)
Uitpakken Haal de printer en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn: Tonercassette Netsnoer Veiligheidsinformatie CD-ROM Beknopte installatiehandleiding • Neem contact op met uw leverancier als u een onderdeel mist. • De onderdelen kunnen verschillen van land tot land. •...
Een geschikte plaats voor de printer kiezen Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie. Voorzie extra ruimte voor het openen van kleppen en papierlade(n). Plaats de printer niet in direct zonlicht of vlakbij een warmte- of koudebron of op een vochtige plek. Raadpleeg de onderstaande figuur voor de vrije ruimte.
Tonercassette installeren Pak de voorklep vast en trek ze naar u toe om ze te openen. : Omdat de printer erg licht is, kan hij bewegen PMERKING tijdens het gebruik; bijvoorbeeld, wanneer u de papierlade opent/ sluit of wanneer u de tonercassette plaatst/verwijdert. Zorg dat de printer niet wordt verplaatst.
Pagina 24
Schud de cassette voorzichtig van links naar rechts, zodat de toner evenredig over de cassette wordt verdeeld. • Om beschadiging te vermijden, mag u de tonercassette niet langer dan enkele minuten blootstellen aan licht. Leg een vel papier over de cassette als u deze langer dan enkele minuten uitgepakt laat liggen.
Pagina 25
Pak de cassette vast en schuif hem in de printer tot hij op zijn plaats klikt. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. : Bij een dekking van 5% kunt u met uw PMERKING tonercartridge ongeveer 5000 pagina’s afdrukken (3500 met de tonercartridge die met het toestel werd meegeleverd).
Papier laden In de papierlade kunt u ongeveer 250 vellen papier laden. Trek de papierlade uit de printer. Bereid een stapel papier voor door het papier wat te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van.
Pagina 27
U kunt ook papier laden waarop al is afgedrukt. Laad het papier met de bedrukte kant omhoog en de niet gekrulde kant naar de printer gericht. Bij invoerproblemen draait u het papier 180 graden. Zorg dat alle vier hoeken plat in de papierlade liggen. : Als u het papierformaat in de papierlade wilt PMERKING veranderen, zie “Het papierformaat in de papierlade wijzigen”...
Het papierformaat in de papierlade wijzigen Om langere papierformaten te laden, moet u de papiergeleiders aanpassen om de papierlade te verlengen. Door de vergrendeling van de geleider in te drukken en los te laten, kunt u de papierlengtegeleider volledig uitschuiven, zodat de volledige lengte van de papierlade kan worden gebruikt.
Pagina 29
Stel met de geleider de papierbreedte in zoals weergegeven, schuif de geleider tot net tegen de rand van de stapel. • Zorg ervoor dat de breedtegeleider niet zo strak tegen het afdrukmateriaal aan zit dat het bol gaat staan. • Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen. 2.10 W PRINTER INSTALLEREN...
Printerkabel aansluiten Lokaal afdrukken Om lokaal vanaf uw computer te kunnen afdrukken, moet u uw printer op uw computer aansluiten via een parallelle interfacekabel of een USB-kabel (Universal Serial Bus). Aansluiten via een parallelle kabel : Voor het aansluiten van de printer op de parallelle poort PMERKING van uw computer heeft u een goedgekeurde parallelle kabel nodig.
Aansluiten via een USB kabel : Om uw printer via de USB-poort op uw computer PMERKING aan te sluiten, heeft u een goedgekeurde USB-kabel nodig. U dient een USB 2.0 compatibele kabel met een lengte van maximaal 3 meter te kopen. Zorg ervoor dat zowel de computer als de printer uit staan.
Afdrukken binnen een netwerk BP20N kunt het apparaat in een netwerk opnemen via een Ethernet-kabel (UTP-kabel met RJ.45-connector). Zorg ervoor dat zowel de computer als de printer uit staan. Steek de Ethernet kabel in de Ethernet netwerkaansluiting aan de achterkant van de printer.
De printer aanzetten Sluit het netsnoer aan op de aansluiting aan de achterkant van de printer. Sluit het andere uiteinde aan op een goed geaard AC-stopcontact en schakel de printer in met de Aan/ Uit-schakelaar. Naar stopcontact VOORZICHTIG: • Het fixeergedeelte achterin de binnenzijde van de printer wordt heet zodra u de printer aanzet.
Demopagina afdrukken Om te controleren of de printer goed werkt, kunt u een testpagina afdrukken. Houd de knop Annuleren ca. 2 seconden lang ingedrukt om een testpagina af te drukken. Vervolgens wordt een testpagina afgedrukt met de eigenschappen en mogelijkheden van de printer. 2.15 W PRINTER INSTALLEREN...
De printersoftware installeren De meegeleverde cd-rom bevat printersoftware voor Windows, DOS RCP, een on-linegebruikershandleiding en Acrobat Reader om ze te bekijken. Als u afdrukt vanuit Windows: U kunt de volgende printersoftware installeren met behulp van de cd-rom. • Printerstuurprogramma van Aficio BP20 Series PCL6 voor Windows.
Functies van het printerstuurprogramma De stuurprogramma’s van uw printer ondersteunen de volgende standaardfuncties: • Selectie van de papierinvoer • Papierformaat, afdrukstand en mediatype • Aantal exemplaren De onderstaande tabel geeft een overzicht van de eigenschappen die door de stuurprogramma’s van uw printer worden ondersteund.
Printersoftware onder Windows installeren Systeemvereisten Controleer het volgende: • Er is ten minste 32 MB (Windows 9x/Me), 64 MB (Windows 2000/NT), 128 MB (Windows XP) of meer RAM op uw pc geïnstalleerd. • Er dient minstens 300 MB vrije schijfruimte op uw pc te zijn. •...
Pagina 38
Start Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Uitvoeren Setup.exe vervolgens op . Typ X:\ , waarbij u “X” vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op Volgende Klik op • Selecteer, indien noodzakelijk, een taal in de keuzelijst. Gebruikshandleiding weergeven •...
Pagina 39
Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. Volgende • Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op • Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op Volgende en op Nee in het volgende scherm.
Aangepaste installatie U kunt zelf onderdelen uitkiezen die geïnstalleerd moeten worden. Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer en aan staat. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer. De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond.
Pagina 41
Volgende Selecteer uw printer en klik op Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. Volgende • Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op • Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op Volgende en op Nee in het volgende scherm.
Pagina 42
Nadat de installatie voltooid is, verschijnt een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Volgende Volgende Anders klikt u op en slaat u naar stap 9 over. Als de testpagina correct wordt afgedrukt, klikt u op Zo niet, dan klikt u op om de testpagina opnieuw af te...
Software installeren voor afdrukken via een netwerk Als u uw printer op een netwerk aansluit, moet u eerst de TCP/IP-instellingen voor de printer configureren. Nadat u de TCP/IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u de software op elke computer in het netwerk installeren. U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de aangepaste methode.
Typische installatie voor een netwerkprinter Selecteer Volgende Klik op De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk op Volgende Bijwerken • Als de printer niet in de lijst voorkomt, klikt u op TCP/IP-poort om de lijst te vernieuwen of selecteert u toevoegen.
Pagina 45
IP-adres instellen Klik op de knop als u een specifiek IP- adres op een specifieke netwerkprinter wilt instellen. Het venster “IP-adres instellen” verschijnt. Ga als volgt te werk: a. Selecteer een printer waaraan u een IP-adres uit de lijst koppelt. b.
Pagina 46
Aangepaste installatie U kunt individuele onderdelen selecteren die moeten worden geïnstalleerd en een specifiek IP-adres instellen. Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw netwerk en aan staat. Raadpleeg pagina pagina 2.13 voor meer informatie over het maken van een netwerkverbinding. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
Pagina 47
De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk op Volgende Bijwerken • Als de printer niet in de lijst voorkomt, klikt u op TCP/IP-poort om de lijst te vernieuwen of selecteert u toevoegen.
Pagina 48
Selecteer de onderdelen die u wilt installeren en klik op Volgende . Nadat u de onderdelen hebt geselecteerd, verschijnt het volgende venster. U kunt ook de printernaam wijzigen, de printer instellen om te worden gedeeld op het netwerk, de printer instellen als standaardprinter en de poortnaam van elke printer Volgende wijzigen.
Printersoftware opnieuw installeren U kunt de software opnieuw installeren als de installatie is mislukt. Start Windows. Start Programma’s Alle Selecteer in het menu programma’s Aficio BP20 Series Onderhoud Herstellen Volgende . Selecteer en klik op Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster.
Printersoftware verwijderen Start Windows. Selecteer uit het menu Start Programma’s of Alle programma’s Aficio BP20 Series Onderhoud. Selecteer Verwijderen en klik vervolgens op Volgende. Vervolgens verschijnt een lijst van onderdelen zodat u elk van de onderdelen individueel kunt verwijderen. Als u het printerstuurprogramma wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje Printerstuurprogramma van Aficio BP20 Series PCL6 in.
Het ingestelde Set IP gebruiken (alleen voor BP20N) Het ingestelde IP-adres kan printers in hetzelfde netwerk opsporen en informatieomtrent het netwerk weergeven. Met deze toepassing kunt u bovendien de netwerkgegevens van een printer met een eigen netwerkkaart configureren. Een ingestelde IP installeren Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
Het ingestelde Set IP opnieuw installeren Start Windows. Selecteer uit het menu Start Programma’s of Alle programma’s Aficio BP20 Series Onderhoud. Selecteer Herstellen en klik vervolgens op Volgende. Schakel het selectievakje Set IP in en klik vervolgens op Volgende. Nadat u het opnieuw hebt geïnstalleerd, klikt u op Voltooien.
Het ingestelde Set IP gebruiken Selecteer in het menu Start Aficio BP20 Series in Programma’s, en klik op Set IP. Klik op om de printer in het lokaal netwerk te vinden, of klik op en typ het MAC-adres van de printer. : Raadpleeg de TESTPAGINA VAN DE PMERKING NETWERKPRINTERKAART om het MAC-adres te bevestigen.
Gebruik van afdrukmateriaal Dit hoofdstuk moet u wegwijs maken in de soorten papier die u met uw printer kunt gebruiken, en leert u papier correct te laden in de verschillende papierlades voor de beste afdrukkwaliteit. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: •...
Papier en andere media kiezen U kunt op verschillende materialen afdrukken, zoals gewoon papier, enveloppen, etiketten, transparanten, enzovoort. Raadpleeg “Papierspecificaties” op pagina C.3 voor meer informatie. Voor de best mogelijke printkwaliteit gebruikt u best uitsluitend hoogwaardig kopieerpapier. Houd bij de keuze van het afdrukmateriaal rekening met het volgende: •...
Formaten en capaciteiten Invoerbron/capaciteit Formaat Papierlade 1 of Multifunctionele optioneel papierlade Papierlade 2 Normaal papier Letter (216 x 279 mm) Legal (216 x 356 mm) Executive (184 x 267 mm) Oficio (216 x 343 mm) Folio (216 x 330 mm) A4 (210 x 297 mm) JIS B5 (182 x 257 mm) ISO B5 (176 x 250 mm)
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Houd bij het kiezen en laden van papier, enveloppen of afwijkende materialen de volgende richtlijnen in gedachte: • Als u tracht af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld of gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit veroorzaken.
De uitvoerlocatie selecteren De printer heeft twee uitvoerlocaties; de achterste uitvoerlade en de bovenste uitvoerlade. Bovenste uitvoerlade Achterste uitvoerlade Om de bovenste uitvoerlade te gebruiken, zorgt u dat de achterste uitvoerlade gesloten is. Om de achterste uitvoerlade te gebruiken, moet u deze openen. •...
Afdrukken naar de achterste uitvoerlade (Voorkant omhoog) De printer stuurt de afdrukken steeds naar de achterste uitvoerlade wanneer deze open is. Het papier verlaat de printer met de voorkant omhoog, en telkens er een vel papier uit komt, valt het van de printer omlaag. Afdrukken van de multifunctionele papierlade naar de achterste uitvoerlade zorgt voor een doorgaand papiertransport.
Hou de lade gesloten als u de achterste uitvoerlade niet gebruikt. De pagina’s vormen stapels in de bovenste uitvoerlade. Papier laden Als u papier op de juiste wijze laadt, voorkomt u papierstoringen en kunt u probleemloos afdrukken. Verwijder de papierlade niet terwijl een taak wordt afgedrukt.
Papierlade 1 of optionelr papierlade 2 gebruiken Papierlade 1 en optionele papierlade 2 kunnen tot 250 vellen papier bevatten. Zie “Formaten en capaciteiten” op pagina 3.3 voor aannemelijk papierformaat en capaciteiten van elke papierlade. Papierlade 1 Optioneel papierlade 2 Doe een stapeltje papier in de lade en druk af. Zie “Papier laden” op pagina 2.7 voor details over het laden van papier in papierlade 1 of in het optionele papierlade 2.
• Plaats slechts één formaat tegelijk in de multifunctionele papierlade. • Voeg geen papier toe als de multifunctionele papierlade nog papier bevat, om te vermijden dat het papier vastloopt. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmaterialen. • De afdrukmaterialen moeten met de voorkant omhoog en met de bovenkant eerst in de multifunctionele papierlade worden geladen.
Pagina 63
Bereid een stapel papier voor door het papier wat te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van. Plaats papier centraal in de papierlade met de afdrukzijde naar benden. Controleer of het papier niet boven de maximummarkering links in de papierlade uitkomt.
Pagina 64
Schuif de geleider voor de papierbreedte tot tegen de stapel afdrukmateriaal zonder deze te buigen. : Uw printer kan niet elk papierformaat automatisch PMERKING detecteren dat in de multifunctionele papierlade is geladen. Het laden van het correcte papierformaat in de multifunctionele papierlade stelt u in staat het papier op formaat te selecteren veeleer dan op papierinvoer, wanneer u afdrukt via uw softwaretoepassing.
De handmatige invoermodus gebruiken Als u tijdens het wijzigen van de printerinstellingen Handmatige invoer selecteert in de optie Invoer, dan kunt u handmatig een vel afdrukmateriaal in de multifunctionele papierlade leggen. Handmatige invoer is nuttig als u de afdrukkwaliteit van elke afgedrukte pagina wilt controleren.
Pagina 66
Open de achterste uitvoerlade. Wanneer u een document afdrukt, moet u in de softwaretoepassing Handmatige invoer voor Invoer selecteren, en vervolgens het correcte papierformaat en soort. Druk op de knop Annuleren op de printer om het invoeren te starten. Het afdrukken is gestart. Als u meerdere pagina’s wilt afdrukken, laadt u het volgende vel nadat de eerste pagina wordt afgedrukt, en drukt u op de knop Annuleren.
Afdrukken op enveloppen Richtlijnen • Gebruik alleen enveloppen die zijn aanbevolen voor laserprinters. Voordat u enveloppen in de multifunctionele papierlade plaatst, dient u te controleren of ze niet beschadigd zijn en niet aan elkaar vast zitten. • Plaats geen enveloppen met postzegels in de lade. •...
Pagina 68
Buig of waaier de stapel enveloppen aan de hoek uit om ze van elkaar te scheiden, alvorens ze te laden. Laad de enveloppen in de multifunctionele papierlade met de klepzijde omlaag. De zone voor de postzegel bevindt zich aan de linkerkant, en de zijde van de enveloppe met de zone voor de postzegel gaat het eerst de papierlade.
Pagina 69
Wanneer u op enveloppen afdrukt, selecteert u in de softwaretoepassing de geschikte papierinvoer, het papierformaat en het soort papier. Voor details, zie pagina 4.6. Na het afdrukken, sluit u de multifunctionele papierlade en de achterste uitvoerlade. 3.16 EBRUIK VAN AFDRUKMATERIAAL...
Afdrukken op etiketten Richtlijnen • Gebruik alleen etiketten die speciaal zijn bedoeld voor laserprinters. • Ga na of de kleefstof van de etiketten gedurende 0,1 seconde kan worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur van 205 °C. • Controleer of er tussen de labels geen kleefstof blootligt. Blootliggende delen kunnen ertoe leiden dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen.
Pagina 71
Pas de geleider aan aan de breedte van het vel met etiketten. Wanneer u op etiketten afdrukt, selecteert u in de softwaretoepassing de geschikte papierinvoer, het papierformaat en het soort papier. Voor details, zie pagina 4.6. Na het afdrukken, sluit u de multifunctionele papierlade en de achterste uitvoerlade.
Afdrukken op transparanten Richtlijnen • Gebruik alleen transparanten die aanbevolen zijn voor laserprinters. • Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken hebben. • Neem de transparanten vast aan de kantjes en niet aan de bedrukte zijde. Oliën die op de transparant zijn aangebracht, kunnen afbreuk doen aan de printkwaliteit.
Pagina 73
Pas de geleider aan aan de breedte van de transparanten. Wanneer u op transparanten afdrukt, selecteert u in de softwaretoepassing de geschikte papierinvoer, het papierformaat en het soort papier. Voor details, zie pagina 4.6. Na het afdrukken, sluit u de multifunctionele papierlade en de achterste uitvoerlade.
Afdrukken op kaarten of aangepaste materialen U kunt met uw printer afdrukken op kaarten, 89 x 148 mm (index) kaarten en andere aangepaste materialen. De minimumafmetingen zijn 76 x 127 mm en de maximumafmetingen 216 x 356 mm. Richtlijnen • Plaats altijd eerst de korte zijde in de multifunctionele papierlade.
Pagina 75
Pas de geleider aan aan de breedte van de materiaalstapel. Wanneer u afdrukt, selecteert u de papierinvoer, het papierformaat en het soort papier in de softwaretoepassing. Voor details, zie pagina 4.6. • Indien het formaat van uw afdrukmateriaal niet vermeld is in het Formaat in het tabblad Papier van de Eigenschappen van het printerstuurprogramma, klik dan op de knop Aangepast en pagina 4.6 voor meer...
Afdrukken op voorbedrukt papier Voorbedrukt papier is papier dat al een bepaalde opdruk heeft voordat het door de printer wordt gestuurd (bijvoorbeeld papier met een voorbedrukt logo bovenaan op de pagina). Richtlijnen • Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen vrijgeeft als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur van de printer 205 °C.
Pagina 77
Wanneer u afdrukt, selecteert u de papierinvoer, het papierformaat en het soort papier in de softwaretoepassing. Voor details, zie pagina 4.6. 3.24 EBRUIK VAN AFDRUKMATERIAAL...
Afdruktaken In dit hoofdstuk leest u hoe u documenten kunt afdrukken in Windows-programma’s en hoe u daarbij de printerinstellingen kunt aanpassen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Documenten afdrukken onder Windows • Printerinstellingen • De tonerbesparende modus gebruiken •...
Documenten afdrukken onder Windows De volgende procedure beschrijft de algemene stappen die u moet volgen om vanuit een Windowsprogramma af te drukken. De exacte procedure kan per programma verschillen. Raadpleeg de handleiding van uw softwaretoepassing voor de precieze afdrukprocedure. Open het document dat u wilt afdrukken. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Afdruktaak annuleren Er zijn twee manieren om een afdruktaak te annuleren. Om een afdruktaak te onderbreken vanop het bedieningspaneel: Druk op de knop Annuleren op het bedieningspaneel. De printer drukt nog het blad af dat zich in de printer bevindt en wist de rest van de afdruktaak.
Printerinstellingen Via het venster Eigenschappen van de Aficio BP20 Series PCL6 kunt u toegang krijgen tot alle informatie die u nodig hebt als u uw apparaat gebruikt. Als de printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen.
Lay-out Het tabblad Lay-out bevat opties waarmee u de weergave van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. De Lay-outopties bevatten Meerdere pagina’s per kant en Poster. Zie pagina 4.2 voor meer informatie over de toegang tot de printereigenschappen. Het afdrukvoorbeeld geeft de voorbeeldpagina weer met de door u...
Tabblad Papier Met de volgende opties stelt u papiereigenschappen in. Zie pagina 4.2 voor meer informatie over de toegang tot de eigenschappen van de printer. Klik op het tabblad Papier. U ziet nu de diverse papiereigenschappen. Eigenschap Technische gegevens In het veld Exemplaren kiest u het aantal Exemplaren exemplaren dat u wilt afdrukken.
Pagina 84
Eigenschap Technische gegevens Zorg dat bij Invoer de juiste papierlade is Invoer gekozen. Selecteer Handmatige invoer als u afdrukt op speciaal materiaal. Plaats telkens één vel tegelijk in de multifunctionele lade. Raadpleeg pagina 3.12 voor meer informatie. Als u de optionele lade 2 hebt geïnstalleerd en deze hebt ingesteld bij de voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie pagina B.7), kunt u Lade 2 selecteren.
Tabblad Grafisch Met behulp van de volgende instellingen regelt u de afdrukkwaliteit voor speciale afdrukbehoeften. Zie pagina 4.2 voor meer informatie over de toegang tot de eigenschappen van de printer. Klik op het tabblad Grafisch (afbeeldingen) om het onderstaande venster te openen. Eigenschap Technische gegevens U kunt de afdrukresolutie instellen door te...
Pagina 86
Eigenschap Technische gegevens Als u deze optie selecteert, gaat de Tonerbe- tonercassette langer mee en dalen de sparings- afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit modus te erg achteruit gaat. • Printerinstelling: bij deze optie wordt de econo stand gebruikt die u op het bedieningspaneel van het apparaat hebt ingesteld.
Pagina 87
Eigenschap Technische gegevens Geavanceer de opties • Grafisch afdrukken: Als deze optie aan (vervolg) staat, laadt het stuurprogramma de lettertypes als grafische afbeeldingen. Wanneer u documenten afdrukt met hoge grafische inhoud en relatief weinig TrueType-lettertypen, kunt u het afdrukken versnellen met deze instelling. Alle tekst zwart afdrukken Als de optie Alle tekst zwart afdrukken is ingeschakeld, wordt alle tekst in uw document...
De tonerbesparende modus gebruiken De tonerbesparende modus laat toe dat de printer minder toner gebruikt voor elke pagina. Met deze modus vergroot u de levensduur van uw tonercassette en reduceert u de kost per pagina, maar verlaagt u de afdrukkwaliteit. Deze instelling is niet beschikbaar voor de instelwaarde 1200 dpi.
Tabblad Extra Zie pagina 4.2 voor meer informatie over de toegang tot de eigenschappen van de printer. Klik op het tabblad Extra om toegang te krijgen tot de volgende functies: Optie Technische gegevens U kunt een achtergrondafbeelding van tekst Watermerk maken die op elke pagina van uw document wordt afgedrukt.
Optie Technische gegevens Uitvoeropties Afdrukvolgorde: U kunt instellen in welke volgorde de pagina’s moeten worden afgedrukt. Selecteer de afdrukvolgorde in de vervolgkeuzelijst. • Normaal: uw printer drukt alle pagina’s af van de eerste tot de laatste pagina. • Omgekeerde volgorde: uw printer drukt alle pagina’s af van de laatste tot de eerste pagina.
Een instelling voor favorieten gebruiken Met de optie Favorieten die op elk tabblad aanwezig is, behalve op het tabblad Info, kunt u de huidige voorkeursinstellingen opslaan voor later gebruik. Om een favoriet op te slaan: Pas de instellingen op ieder tabblad aan uw wensen aan. Geef in het invoervenster Favorieten een naam aan deze instellingen.
Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier U kunt selecteren hoeveel pagina’s u wilt afdrukken op één vel papier. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt, worden de pagina’s verkleind en in de aangegeven volgorde gerangschikt. Het maximum is 16 pagina’s per vel. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Selecteer zo nodig in de keuzelijst Paginavolgorde de gewenste volgorde van de pagina’s. Omlaag, Rechts, dan Links, dan Omlaag, dan omlaag dan rechts omlaag links Controleer Paginakader afdrukken om een kader af te drukken rond elk pagina op het vel. : Paginavolgorde en Paginakader afdrukken zijn PMERKING alleen actief als het aantal pagina’s per vel 2, 4, 6, 9 of 16 is.
Pagina 94
Open het tabblad Lay-out en selecteer Poster in de vervolgkeuzelijst Type. : Deze functie is niet beschikbaar als u Aan pagina PMERKING aanpassen of Verkleinen/Vergroten kiest op het tabblad Papier. Kies de instellingen voor de poster: U kunt kiezen voor een posterindeling van 2x2, 3x3 of 4x4 vellen of Aangepast.
Pagina 95
Bepaal een overlapping in millimeters om de uiteindelijke poster makkelijker te kunnen reconstrueren. 3,8 mm 3,8 mm Klik op het tabblad Papier en selecteer de papierinvoer, het papierformaat en het soort papier. Klik op OK en druk het document af. U kunt nu een poster maken door de vellen aan elkaar te plakken.
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen Met deze functie kunt u een afdruktaak aanpassen aan elk papierformaat, ongeacht de grootte van het oorspronkelijke bestand. Dit kan nuttig zijn als u de details in een klein document wilt controleren. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Een document verkleind of vergroot afdrukken U kunt het formaat van de inhoud van een pagina vergroten of verkleinen op de afgedrukte pagina. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Raadpleeg pagina 4.2 voor meer informatie. Op het tabblad Papier selecteert u Verkleinen/ Vergroten in de vervolgkeuzelijst Type.
Watermerken gebruiken De optie Watermerk stelt u in staat om tekst over een bestaand document heen af te drukken. U zou bijvoorbeeld het woord “CONCEPT” of “VERTROUWELIJK” in grote grijze letters diagonaal over de eerste pagina of over alle pagina’s van een document kunnen afdrukken.
Een nieuw watermerk maken Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Raadpleeg pagina 4.2 voor meer informatie. Open het tabblad Extra en klik op de knop Bewerken in het vak Watermerk. Het venster Watermerk bewerken wordt weergegeven.
Een watermerk bewerken Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Raadpleeg pagina 4.2 voor meer informatie. Open het tabblad Extra en klik op de knop Bewerken in het vak Watermerk. Het venster Watermerk bewerken wordt weergegeven.
Overlays gebruiken Wat is een overlay? Een overlay is tekst en/of afbeeldingen die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kunnen worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
Pagina 102
Klik in het venster Overlay bewerken op Overlay maken. In het venster Nieuwe overlay maken typt u in het vak Bestandsnaam een naam van maximaal acht tekens. Selecteer eventueel het pad naar de bestemming (Het standaardpad is C:\Formover). Klik op Opslaan. De naam wordt weergegeven onder Overlay List (Overzicht overlays).
Een overlay gebruiken Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt: Open een document dat u wilt afdrukken of maak een nieuw document aan. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Pagina 104
Klik eventueel op Overlay bevestigen voor afdrukken. Als dit selectievak is ingeschakeld, verschijnt er telkens wanneer u een document afdrukt een dialoogvenster waarin u moet bevestigen dat u een overlay op het document wilt afdrukken. Door in het dialoogvenster op Ja te klikken, wordt de geselecteerde overlay op uw document afgedrukt.
Overlay verwijderen U kunt paginaoverlays die u niet meer gebruikt verwijderen. In het venster Eigenschappen van de printer klikt u op het tabblad Extra. Klik op de knop Bewerken in het vak Overlay. Selecteer in het venster Overlay List de overlay die u wilt verwijderen.
De statusmonitor gebruiken Indien er een storing optreedt tijdens het afdrukken, verschijnt het venster Statusmonitor met vermelding van de storing. • Het programma Statusmonitor kan alleen worden gebruikt, wanneer u de printer met een USB-kabel of via het netwerk op uw computer aansluit.
Klik op Statusmonitor en daarna op Volgende. Als de testpagina correct wordt afgedrukt, klikt u op Ja. Zo niet, dan klikt u op Nee om de testpagina opnieuw af te drukken. Als de installatie is voltooid, klikt u op Voltooien. De statusmonitor opnieuw installeren Ga naar het menu Start en selecteer Programma’s.
De probleemoplossingsgids openen Dubbelklik op het pictogram Statusmonitor in de Windows taakbalk. Dubbelklik op dit pictorgram. Of, selecteeruit het menu StartProgramma’s of Alle programma’s Aficio BP20 Series Problemen oplossen. De programma-instelling van de statusmonitor wijzigen Het volgende venster gaat open, wanneer u op het pictogram Statusmonitor in de Windows taakbalk klikt en Optie selecteert.
Een lokaal gedeelde printer instellen Lokaal gedeelde printer U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer die in het netwerk de “hostcomputer” wordt genoemd. De printer kan dan worden gedeeld door andere gebruikers op het netwerk via een Windows 9x/Me/XP/NT 4.0/2000-netwerk- printerverbinding.
Onder Windows NT 4.0/2000/XP Als hostcomputer instellen Start Windows. In Windows NT 4.0/2000: Klik op de knop Start van Windows en klik achtereenvolgens op Instellingen en Printers. In Windows XP selecteert u Printers en Faxen uit het menu Start. Dubbelklik op het pictogram van uw printer. In het menu Printer selecteert u Delen.
Onderhoud van uw printer Dit hoofdstuk geeft suggesties voor hoogwaardig en spaarzaam afdrukken en tips voor het onderhouden van de tonercassette en de printer. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Onderhoud tonercassette • De printer reinigen • Configuratiepagina’s afdrukken...
Onderhoud tonercassette Opslag van de tonercassette Om maximaal rendement te halen uit de tonercassette, neemt u best de volgende richtlijnen in acht. • Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u deze gaat gebruiken. • Vul tonercassettes niet bij. De printergarantie dekt geen schade die is veroorzaakt door het gebruik van een nagevulde cassette.
Toner opnieuw verdelen Wanneer de toner bijna leeg is, veroorzaakt dit mogelijk vage of lichte vlekken op een bedrukt vel. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen. De volgende procedures stellen u in staat de huidige afdruktaak te voltooien alvorens de tonercassette te vervangen.
Pagina 115
Schud de tonercassette vijf of zes keer voorzichtig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen. : Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, gebruik PMERKING dan een droge doek om het af te vegen en was het in koud water. Was het niet met warm water, want dan zal de toner zich vastzetten in de stof.
Tonercassette vervangen Als de afdruk na het herverdelen van de toner (zie pagina 5.3) licht blijft, dan vervangt u de tonercassette. Verwijder de oude cassette en installeer een nieuwe tonercassette. Raadpleeg “Tonercassette installeren” op pagina 2.4 voor meer informatie. De printer reinigen Voor een goede afdrukkwaliteit moet u het apparaat goed schoonhouden.
Pagina 117
Open de voorklep. Trek aan de tonercassette en neem ze uit de printer. Gebruik een droge en pluisvrije doek om stof en overtollig tonerpoeder van de tonercassette en uit het cassettevak te verwijderen. : Om schade aan de tonercassette te voorkomen, PMERKING moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.
Plaats de tonercassette opnieuw in het apparaat en sluit de klep. Controleer of de klep goed dicht is. Als ze niet goed is gesloten, kunnen er storingen optreden tijdens het afdrukken. Steek de stekker in het stopcontact en schakel de printer in. Een reinigingspagina afdrukken Uw printer kan ingesteld worden om elke 500 pagina’s een reinigingspagina af te drukken.
Uw printer neemt automatisch een vel papier uit de papierlade en drukt een reinigingspagina af met stof- of tonerdeeltjes erop. : Het reinigingsproces van de cassette neemt enige PMERKING tijd in beslag. Om het proces te onderbreken, schakelt u het apparaat uit.
Problemen oplossen Dit hoofdstuk biedt nuttige informatie over wat u moet doen als er tijdens het gebruik van uw printer een fout optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Controlelijst voor probleemoplossing • Algemene afdrukproblemen oplossen • Problemen met afdrukken in netwerk oplossen •...
Controlelijst voor probleemoplossing Als de printer niet naar behoren functioneert, overloopt u de onderstaande controlelijst. Als een printer niet voldoet aan een item van de controlelijst, volgt u de betreffende suggesties om het probleem op te lossen. Controleer Oplossing Druk een voorbeeldpagina •...
Algemene afdrukproblemen oplossen Voor problemen met de bediening van uw printer raadpleegt u de onderstaande tabel met mogelijke oplossingen. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De printer drukt De printer ontvangt geen Controleer de stekker en het netsnoer, de niet af. stroom. aan/uitschakelaar en het stopcontact.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De printer Misschien is in de In vele softwaretoepassingen kan de lade selecteert Eigenschappen van de worden geselecteerd op het tabblad afdrukmateriaal printer niet de juiste Papier in de printereigenschappen. uit de verkeerde invoer geselecteerd. Selecteer de juiste invoer. Raadpleeg lade.
Pagina 124
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Te veel papier in de Verwijder het overschot. afdrukpapier papierlade. Als u afdrukt op speciale media, dient u de blijft vastlopen. multifunctionele papierlade te gebruiken. Er wordt een verkeerde Gebruik alleen papier dat voldoet aan de papiersoort gebruikt.
Pagina 125
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er worden De tonercassette is leeg Verdeel de nog aanwezige toner over de pagina’s of beschadigd. cassette. Raadpleeg pagina 5.3 voor meer afgedrukt, maar informatie. ze zijn blanco. Vervang indien nodig de tonercassette. Het document bevat Controleer of het bestand blanco pagina’s misschien blanco bevat.
Problemen met afdrukken in netwerk oplossen Algemene problemen Probleem Oplossing Mogelijk zijn de parameters in de De computer loopt vast nadat er tijdens het configureren per ongeluk een aantal verkeerde netwerkkaart beschadigd. Start de waarden werden ingevoerd. computer opnieuw op en stel de standaardinstellingen in.
Problemen in Windows Probleem Oplossing De testpagina wordt niet Schakel de printer uit en vervolgens weer aan. afgedrukt. IP-adres instellen kan printers niet 1. Controleer of de LAN-kabel met de printer is automatisch opsporen. verbonden. • Controleer zelf of de LAN-kabel met de printer is verbonden.
Vastgelopen afdrukpapier verwijderen Soms kan het papier vastlopen tijdens het afdrukken. Mogelijke oorzaken: • De papierlade is niet correct geladen of bevat te veel papier. • De papierlade werd tijdens een afdruktaak uitgetrokken. • De voorklep werd tijdens een afdruktaak geopend. •...
Verwijder alle verkeerd ingevoerde papier door het met de zichtbare hoek uit de printer te trekken. Controleer of al het papier goed is uitgelijnd in de lade. : Als u het vastgelopen papier niet kunt zien, of er is PMERKING weerstand wanneer u eraan trekt, neem dan de papierlade uit de printer en trekt u het vastgelopen papier voorzichtig los uit de printer.
In de optionele lade 2 Trek de optionele papierlade 2 uit de printer. Als u het vastgelopen papier ziet, neemt u dit uit de papierlade. 6.11 ROBLEMEN OPLOSSEN...
Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden in papierlade 2, trekt u papierlade 1 halverwege uit de printer, en verwijdert u het papier. Schuif de papierladen weer in de printer. Open de voorklep en sluit deze weer. U kunt het afdrukken nu hervatten. In de multifunctionele papierlade Open de multifunctionele papierlade.
Rond de tonercassette Open en sluit de voorklep, en het vastgelopen papier loopt automatisch uit de printer. Zoniet, gaat u verder met stap 2. Open de voorklep en verwijder de tonercassette. : Om schade aan de tonercassette te voorkomen, PMERKING moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.
Controleer of er geen ander papier in de printer is. Installeer de tonercassette opnieuw, en sluit vervolgens de voorklep. U kunt het afdrukken nu hervatten. In het papieruitvoergebied Als een groot deel van het papier zichtbaar is, trekt u het papier recht naar buiten.
Maak het papier los, als het tussen de toevoerrollen is geklemd. Trek het papier er dan voorzichtig uit. Sluit de achterste uitvoerlade. Open de voorklep en sluit deze weer. U kunt het afdrukken nu hervatten. Tips om het vastlopen van papier van A5-formaat te vermijden Als A5-papier regelmatig vastloopt, kunt u het volgende doen: Open de invoerlade en laad het papier zoals hieronder...
Stel in het vak Afdrukstand op het tabblad Lay-out de optie Draaien in op 90°. Selecteer 90 graden. Klik hier. Klik op OK om het afdrukken te starten. Tips om papierstoringen te vermijden De meeste papierstoringen zijn te vermijden als u de juiste soort papier selecteert.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Vuil of stof in de printer of onjuist geladen papier heeft een nadelig effect op de afdrukkwaliteit. Zie de onderstaande tabel om het probleem op te lossen. Probleem Oplossing Lichte of vage Als de pagina een verticale witte streep of vaag gebied bevat: afdrukken •...
Probleem Oplossing Onregelmatigheden Als op willekeurige plaatsen vage, meestal ronde plekken zitten: • Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het AaBbCc document opnieuw af. AaBbCc • Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk AaBbCc of het papier bevat vochtplekken.
Pagina 138
Probleem Oplossing Verticale Als de afdrukken met regelmatige tussenafstanden afwijkingen regelmatige fouten vertonen: • Misschien is de tonercassette defect. Als een afwijking zich met regelmatige tussenafstanden herhaalt, moet u een paar AaBbCc keer een schoonmaakblad afdrukken om de tonercassette te AaBbCc reinigen;...
Probleem Oplossing Gekruld of gegolfd • Controleer papiersoort en -kwaliteit. Zowel hoge temperaturen als een hoge luchtvochtigheid kunnen ertoe leiden dat het papier gaat krullen. Raadpleeg “Papierspecificaties” op pagina C.3 voor meer informatie. • Draai de stapel in de papierlade om. Probeer ook eens het papier 180°...
Probleem Oplossing Openingen in Openingen in tekens zijn witte plekjes in tekens op plaatsen die tekens zwart horen te zijn: • Gebruik een ander type transparant ingeval u transparanten gebruikt. Wegens de samenstelling van de transparant zijn enkele onvolledige tekens normaal. •...
Probleemoplossing bij foutberichten Ingeval er zich een fout in de printer voordoet, signaleert het bedieningspaneel dit door middel van de indicatielampjes. Zoek het lichtpatroon hieronder dat overeenstemt met het lichtpatroon van de printer en volg de voorgestelde oplossingen om de fout te verhelpen. Legende van de LED-status symbool voor “LED uit”...
LED-patroon Mogelijke problemen en oplossingen De tonercassette is leeg. Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe. Raadpleeg “Tonercassette installeren” op pagina 2.4 voor meer informatie. Online/ Foutmelding LED knippert oranje De geïnstalleerde tonercartridge is niet geschikt voor uw printer. Gebruik een goedgekeurde tonercassette .
Afdrukken vanuit DOS-toepassingen Hoewel uw printer voornamelijk een Windows-printer is, kunt u ook afdrukken vanuit een DOS-programma via het hulpprogramma Remote Control Panel dat zich op de bijgeleverde cd-rom met software bevindt In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: •...
Over het Remote Control Panel DOS-gebruikers hebben toegang tot diverse printereigenschappen via specifieke DOS-printerprogramma’s; veel softwarefabrikanten ontwikkelen echter geen printerstuurprogramma’s voor hun softwareprogramma’s. Uw printer voorziet een software- besturingspaneel voor betere printerbesturing, wanneer DOS-printerstuurprogramma’s niet beschikbaar zijn of wanneer bepaalde afdrukinstellingen niet beschikbaar zijn via DOS-softwareprogramma’s.
Selecteer uw printer en klik op Volgende. Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. Volgende • Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op • Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op Volgende en op Nee in het volgende scherm.
De afdrukinstellingen selecteren U kunt dit Remote Control Panel gebruiken om de afdrukinstellingen te selecteren die niet beschikbaar zijn in bepaalde DOS- programma’s. Normaal hebben identieke afdrukinstellingen die vanuit een DOS-programma zijn geselecteerd, prioriteit op deze die in het Remote Control Panel zijn geselecteerd. Het Remote Control Panel starten Ga naar het menu Start en selecteer Programma’s.
De tabbladen van het Remote Control Panel gebruiken Via het Remote Control Panel hebt u toegang tot de volgende eigenschappen: Tabblad Bezig met afdrukken In dit tabblad kunt u de algemene instellingen voor het afdrukken configureren. • Papierformaat stelt het papierformaat in. •...
Tabblad Configureren U kunt diverse printereigenschappen configureren. • Emulatie selecteert de emulatie voor het afdrukken van documenten. De standaardinstelling is Auto. • Energie besparen bepaalt hoelang de printer wacht na het voltooien van een afdruktaak om over te schakelen naar een verlaagde energietoestand.
Pagina 150
Tabblad Afdruktaak U kunt opties instellen om de kwaliteit van uw afdruktaak te verhogen. • Tonerdichtheid bepaalt de tonerdichtheid van de pagina. De standaardinstelling is Middel. • Papiersoort geeft de printer informatie over het soort papier dat voor een afdruktaak moet worden gebruikt. Voor een optimaal resultaat stelt u deze optie in op het type papier dat u in de lade van de printer hebt geplaatst.
Pagina 151
Tabblad Test Via dit tabblad kunt u een in het geheugen opgeslagen pagina afdrukken om de prestaties van uw printer te testen. • Zelftest drukt een configuratiepagina af. Er wordt een lijst afgedrukt met de standaardinstellingen van de gebruiker en de beschikbare hoeveelheid printergeheugen.
Pagina 152
Tabblad PCL In dit tabblad kunt u de algemene instellingen voor de PCL-emulatie configureren. • Letterbeeld stelt u in staat het gewenste letterbeeld te selecteren. Deze instelling wordt genegeerd, wanneer de softwaretoepassing een lettertype specificeert. • Tekenset bepaalt de tekenset. Een tekenset is een set alfabetische en numerieke tekens, leestekens en speciale symbolen die bij het afdrukken met een geselecteerd lettertype worden gebruikt.
Pagina 153
A.10 DOS- FDRUKKEN VANUIT TOEPASSINGEN...
Printeropties installeren Uw printer is een volledig uitgeruste laserprinter die werd geoptimaliseerd om de meeste van uw afdruktaken te kunnen uitvoeren. Er wordt erkent dat gebruikers verschillende behoeften hebben en er worden verschillende opties aangeboden om de mogelijkheden van de printer uit te breiden. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: •...
Voorzorgen bij het installeren van printeropties DE VOEDINGSKABEL LOSKOPPELEN: Zorg dat u het besturingspaneel van de printer nooit verwijdert, wanneer de printer op de netvoeding is aangesloten. Om het risico van elektrische schok te voorkomen, koppelt u steeds de voedingskabel los, wanneer u een interne of externe printeroptie installeert of verwijdert.
Geheugeninstalleren Extra printergeheugen wordt geleverd op een DIMM (Dual In-line Memory Module). Schakel de printer uit en trek alle kabels uit de printer. Verwijder de twee schroeven aan de achterzijde van de printer. Open de klep van het besturingspaneel. RINTEROPTIES INSTALLEREN...
Pagina 157
Zoek de DIMM-sleuf (de bovenste sleuf) op het moederbord. DIMM-geheugen Houd het DIMM-geheugen zo vast dat de uitsparing en het contactpunt op een lijn liggen met het slot zoals afgebeeld, en steek het geheugen in het bovenste slot. Sluit de klep van het besturingspaneel. RINTEROPTIES INSTALLEREN...
Pagina 158
Draai de twee schroeven vast. Sluit het netsnoer en de printerkabel opnieuw aan, en zet de printer aan. RINTEROPTIES INSTALLEREN...
Geheugen verwijderen Volg stappen 1 tot en met 3 op pagina B.3 om toegang te krijgen tot het moederbord. Duw de klemmen aan beide uiteinden van de verbindingssleuf weg van de DIMM. Plaats de DIMM in zijn originele verpakking, rol ze in papier en bewaar het in een doos.
Een optionele papierlade installeren U kunt de papierverwerkingscapaciteit van uw printer verhogen door de optionele papierlade 2 te installeren. De optionele papierlade bestaat uit twee componenten; de ondersteuningseenheid en de papierlade. Ondersteuning- seenheid Papierlade Schakel de printer uit en koppel alle kabels van de printer los.
Pagina 161
Richt de printer volgens de ondersteuningseenheid en laat zakken zodat hij in de uitsparingen grijpt. Steek de kabel in de aansluiting aan de achterzijde van de printer. Laad papier in papierlade 2. Voor informatie over het laden van papier in de papierlade, zie pagina 2.7. Sluit het netsnoer en de kabels opnieuw aan, en zet de printer aan.
Papierspecificaties Overzicht U kunt afdrukken op verscheidene afdrukmaterialen, zoals op losse vellen papier (inclusief papier dat voor 100% bestaat uit gerecyclede vezels), enveloppen, etiketten, transparanten en papier met speciale afmetingen. Eigenschappen zoals gewicht, samenstelling en vochtgehalte zijn belangrijke factoren die de prestaties van de printer en de uitvoerkwaliteit beïnvloeden.
Ondersteunde papierformaten Papierlade 1/ Gewicht Afmetingen Capaciteit Papierlade 2 Letter 216 x 279 mm 210 x 297 mm 148 x 210 mm Executive 184 x 267 mm 250 vellen 60 tot 90 g/m bankpost van Legal 216 x 356 mm bankpost 75 g/m B5 (JIS)
Richtlijnen voor het gebruik van papier Voor het beste resultaat gebruikt u conventioneel papier van 75 g/m . Controleer of het papier van goede kwaliteit is en geen scheuren, vlekken, stof, kreukels, vouwen of omgekrulde randen bevat. Als u niet zeker weet welk type papier u hebt geplaatst (b.v. bankpost of gerecycled papier), controleert u het etiket op de verpakking.
Papierspecificaties Onderwerp Specificaties Zuurgraad pH van 5,5 tot 8,0 Krompasser 0,094 ~ 0,18 mm Kromming Vlak binnen 5 mm Gesneden met scherpe messen zonder Snijranden zichtbare rafels. Mag niet verschroeien, smelten, besmeuren of gevaarlijke emissies Fixeervereisten afgeven bij opwarming tot 205 °C gedurende 0,1 seconde.
Bewaaromgeving van printer en papier De omgeving waarin het papier wordt bewaard is van directe invloed op de invoer van het papier door de printer. Stel de printer op en bewaar het papier bij kampertemperatuur in een omgeving die niet te droog en niet te vochtig is. Papier neemt namelijk snel vocht op en staat het ook snel weer af.
Enveloppen De constructie van enveloppen is cruciaal. De vouwlijnen van enveloppen kunnen erg verschillen, niet alleen tussen fabrikanten onderling, maar ook in één doos van dezelfde fabrikant. Of enveloppen behoorlijk worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u enveloppen kiest: •...
Enveloppen met dubbelzijdige naden Enveloppen met dubbelzijdige naden hebben verticale in plaats van diagonale naden aan beide uiteinden van de enveloppe. Deze enveloppen kunnen sneller kreuken. Zorg dat de naad helemaal tot aan de hoek van de enveloppe doorloopt zoals hieronder weergegeven.
Etiketten • Gebruik alleen etiketten die zijn aanbevolen voor lasterprinters om te vermijden dat de printer wordt beschadigd. • Gebruik voor het afdrukken van etiketten altijd de multifunctionele papierlade en gebruik altijd de achterste uitvoerlade om ernstige papierstoringen te vermijden. •...
Pagina 172
NDEX aansluiten enveloppen, afdrukken 3.14 netsnoer 2.14 etiketten, afdrukken 3.17 parallel 2.11 USB 2.12 aanzetten, printer 2.14 fout, oplossen 6.22 achterste uitvoerlade, gebruik 3.6 functies afbeeldingsmodus 4.8 printer 1.2 afdrukken printerstuurprogramma 2.17 aanpassen aan geselecteerd papierformaat 4.19 configuratiepagina 5.8 Geheugeninstalleren B.3 meerdere pagina’s op één vel 4.15 overlays gebruiken 4.24 posters 4.16...
Pagina 173
6.17 onderdelen 1.4 optie, installeren DIMM-geheugen B.3 reinigingsvel, afdrukken 5.7 papierlade 2 B.7 resolutie overlay, gebruik 4.24 afdrukken 4.8 papier software formaten en capaciteiten 3.3 installatie ongedaan maken kiezen 3.2 Windows 2.31 plaatsen 2.7 opnieuw installeren specificaties C.3 Windows 2.30 papierformaat, instellen overzicht 2.16 afdrukken 4.6...