Advertenties
Let erop, dat de hendel van het spanelement niet over de buitenkant van het
voertuig uitsteekt en het identificatieplaatje niet wordt ingeklemd of
beschadigd.
Bij diagonaal sjorren moeten twee paar sjorkettingen worden gebruikt, bij
andere sjormethoden moeten minstens twee sjorkettingen per ladingsstuk
worden gebruikt.
Bij diagonaal sjorren moeten de sjorkettingen symmetrisch zijn aangebracht en
gelijkmatig licht worden voorgespannen, zodat ze niet slap hangen of vanzelf
los kunnen raken. Krachten door de voertuigversnellingen kunnen in
combinatie met zeer hoge voorspanningen tot overbelasting van de sjorketting
leiden; daarom moet het voorspannen met overleg gebeuren.
Gebruik zo mogelijk anti-slipmatten, om de wrijvingswaarde tussen lading en
voertuig doeltreffend te verhogen.
Alle onderdelen van de sjorkettingen mogen in gespannen toestand niet tegen
andere onderdelen aanliggen, om beschadigingen te voorkomen en het
volledig en veilig functioneren te waarborgen.
Controleer na een korte tijd rijden de sjormiddelen en de voorspanning
ervan.
Verzeker u ervan, voor het losmaken van de sjormiddelen, dat de lading ook
zonder sjormiddelen veilig staat en er geen gevaar dreigt door glijden of
afvallen van de lading. Bij twijfel kan de lading al van aanslagmiddelen voor
het verdere transport worden voorzien en daarmee worden beveiligd.
Verwijder de sjormiddelen volledig voor het verdere transport.
6.2
Invloed van de temperatuur
Temperatuurtoepassingsgebieden van alle gebruikte componenten.
Kwaliteitsklasse
8
10/XL
Bij gebruik buiten de aangegeven temperatuurbereiken neemt u contact op
met de fabrikant.
Na verwarming van de sjorkettingen boven de max. gebruikstemperatuur
mogen deze niet meer in bedrijf worden genomen.
De verandering van de omgevingstemperatuur tijdens het transport kan de
voorspankrachten beïnvloeden. Bij aanzienlijke verwarming na montage
moeten de sjorkrachten worden gecontroleerd.
6.3
Omgevingseffecten
Het gebruik in een omgeving met zuren, agressieve of corrosieve chemicaliën
of daarvan afkomstige dampen is niet toegestaan.
Thermisch verzinken en galvanische behandelingen zijn niet toegestaan.
Sjorkettingen mogen niet aan vervuiling worden blootgesteld, die het vrij
bewegen van de onderdelen belemmert.
Reiniging met een hoge druk-reiniger is geen geschikte reinigingsmethode.
6.4
Verkortingselementen
Bij gebruik van verkortingselementen, zoals bijv. verkortingshaken of -
klauwen, dienen de daarbij behorende afzonderlijke bedrijfs- c.q.
montagehandleidingen in acht te worden genomen.
7
Identificatie
Aan sjorkettingen wordt een aanhangplaatje voor identificatie bevestigd.
Voorbeeld:
Losse aanhangplaatjes zijn onder artikelnummer Z07264 verkrijgbaar.
B10930-A
Temperatuurbereik
-40 °C ≤ t ≤ 100 °C
-30 °C ≤ t ≤ 100 °C
8
Controles, onderhoud, afvoer als afval
Voor controles en onderhoud dient de exploitant zorg te dragen!
Controletermijnen moeten door de exploitant worden vastgelegd!
Een controle door een competent persoon moet regelmatig en ten minste
jaarlijks worden uitgevoerd en gedocumenteerd, bij intensief gebruik vaker. Op
zijn laatst na drie jaar moet een extra controle op afwezigheid van scheuren
worden uitgevoerd. Een testbelasting is geen alternatief voor deze controle.
Controles worden in een gegevensbestand (bijv. DGUV I 209-062 c.q. DGUV I
209-063) ingevoerd, dat bij de inbedrijfname moet worden aangemaakt. Dit
bevat de technische gegevens en de identificatiegegevens.
Neem de sjorkettingen bij de volgende gebreken meteen uit bedrijf:
onleesbare c.q. ontbrekende markering,
vervorming, rek of breuk van kettingen of onderdelen,
sneden, kerven, scheuren, barstjes, schade door beknelling,
verwarming tot boven het toegestane bereik,
sterke corrosie,
verlenging van afzonderlijke kettingschalmen met meer dan 5%,
afname van de gemiddelde schalmdikte met meer dan 10% als gemiddelde
waarde van rechthoekig t.o.v. elkaar uitgevoerde metingen,
niet onberispelijk functionerende of ontbrekende veiligheidsvoorzieningen,
zoals bijv. een defecte veiligheidsklep aan de haak,
verwijding van de haak met meer dan 5 % c.q. als de veilige zitting van de
haakbeveiliging niet meer gewaarborgd is,
beperkt scharnieren van de verbindingsschalmen (klemmen van de helften),
slijtage van meer dan 10% bijv. in het opnamebereik van de
verbindingsschalmhelften of bij de pendiameters,
zwaarlopende of geblokkeerde spindel aan het spanelement,
ontbrekende of beschadigde pen- c.q. uitdraaibeveiliging.
Het reinigen (bijv. voor de controle) mag niet door middel van afbranden of op
andere wijzen, die waterstofverbrossing kunnen veroorzaken gebeuren (bijv.
beitsen of dompelen in zure oplossingen).
Om de controles goed uit te voeren zijn de volgende mallen beschikbaar:
Kettingmallen voor kwaliteitsklasse 8
Ketting-meetmal NG 8-10/XL:
Ketting-meetmal NG 10-10/XL:
Ketting-meetmal NG 13-10/XL:
Ketting-meetmal NG 16-10/XL:
Controleservice
THIELE biedt u controle en onderhoud door gekwalificeerd en geschoold
personeel.
Reparatie en onderhoud
Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door bevoegde
personen worden uitgevoerd. Repareer geen afzonderlijke schalmen, maar
vervang alleen complete kettingparten.
Als de veiligheidsklep van een haak niet meer goed in de haakpunt valt of bij
beperkt scharnieren van een sluitschalm moet van overbelasting van de
sjorketting worden uitgegaan. Vervang in dergelijke gevallen alle in dit
kettingpart gebruikte overige componenten (ketting, verkortingselement,
ringgaffel, enz.).
Kleinere kerven en scheurtjes kunnen worden verwijderd door zorgvuldig
slijpen waarbij de maximale diameterreductie van 10% wordt gerespecteerd en
er geen nieuwe kerven worden gemaakt.
Smeer regelmatig de spindelschroefdraad en ratel.
Documenteer alle reparaties.
Afvalverwijdering
Voer afgekeurde onderdelen en toebehoren van staal af naar de
schrootverwerking volgens de lokale voorschriften.
4 / 5
Art.-nr. F48856
Art.-nr. F01691
Art.-nr. F01692
Art.-nr. F01693
Art.-nr. F01694
NL-160718
Advertenties
