afb. 59
1
afb. 60
1
90°
05 INDIVIDUELE INSTELLINGEN
5.16 Zwenkwielvorkhoek instellen
Afhankelijk van de kanteling van de zitting, die
volgt uit de ingestelde zithoogte voor en achter,
moet de hoek van de Zwenkwielarmen worden
aangepast.
Deze hoek moet zodanig worden aangepast dat
de assen van de zwenkwielvorken loodrecht ten
opzichte van de grond staan.
Deze instelmogelijkheid wordt alleen gebruikt
om de kanteling van de zitting te compenseren.
Een zwenkwielvorkhoek die afwijkt van 90°
heeft altijd een nadelige invloed op de bediening
van de rolstoel.
1.
Om de zwenkwielvorkhoek in te stellen,
draait u de 3 bouten aan de binnenkant
van het frame enkele slagen los.
2.
U kunt nu een inbussleutel van 5 mm door
het gat in de bodem van de zwenkwielvork-
behuizing steken en de hoek aanpassen (1,
afb. 60) door te draaien (1, afb. 59).
3.
Draai vervolgens alle bouten weer vast.
OPMERKING
Voor een nauwkeurige afstelling adviseren wij
een hoek van 90°.
49
NL
EN
FR
IT
NL