i. Waar nodig in- en uitschakelen van temperatuurmetingen.
ii. Als dit is ingeschakeld, vergelijk dan de temperatuurmeting met de feitelijke watertemperatuur.
iii. Als de huidige meetwaarde moet worden aangepast, selecteert u Temp kalibreren en voert u
het verschil tussen uw 2 meetwaarden in.
RealVision™ 3D AHRS-kalibratie
RealVision™ 3D-transducers bevatten een geïntegreerde AHRS (Attitude and Heading Reference
Sensor), die de bewegingen van uw schip meet ter ondersteuning van het rendering of sonar images.
Na de installatie moeten alle RealVision™ 3D-transducers worden gekalibreerd.
Een niet-gekalibreerde transducer kan een afwijking genereren naar de voorzijde van de weergave
van de onderkant van het sonarbeeld, zoals hieronder te zien is.
Niet gekalibreerd
Kalibratie is een automatisch proces en het start nadat uw schip ongeveer 100° heeft gedraaid bij een
snelheid tussen 3 en 15 knopen. Voor de kalibratie is geen input van de gebruiker nodig, er moet
echter een bocht van minimaal 270° worden gevaren voordat het kalibratieproces de plaatselijke
deviatie kan bepalen en de juiste correctie kan toepassen.
De tijd die nodig is om het kalibratieproces te voltooien varieert afhankelijk van de kenmerken van
het schip, de plaats van de installatie van de transducer en de mate van magnetische interferentie op
het moment dat het proces wordt uitgevoerd. Bronnen met aanzienlijke magnetische interferentie
kunnen ervoor zorgen dat de tijd die nodig is voor het voltooien van het kalibratieproces langer
wordt. In bepaalde gebieden met aanzienlijke magnetische deviatie kunnen extra cirkels of
manoeuvreren in een "8-vorm" nodig zijn. Voorbeelden van dergelijke bronnen van magnetische
interferentie zijn onder andere:
• Maritieme pontons
• Schepen met stalen romp
• Kabels onder water
Opmerking:
Het kalibratieproces moet worden herhaald na een Reset van de sonar of een Reset
fabrieksinstellingen van het MFD.
Motoren identificeren
Motorgegevens kunnen op uw MFD worden weergegeven als uw motoren de betreffende
ondersteunde gegevens verzenden via het MFD-netwerk. Als uw systeem de motoren onjuist heeft
geïdentificeerd, kunt u dit corrigeren met de motoridentificatiewizard.
U kunt de motoridentificatiewizard openen vanuit het tabblad Scheepsgegevens: Home-venster >
Instellingen > Scheepsgegevens > Motoren identificeren.
1. Controleer of het juiste aantal motoren is geselecteerd in het vakje Aantal motoren:.
2. Selecteer Motoren identificeren.
3. Volg de instructies op uw scherm om de motoridentificatiewizard te voltooien.
Instellen
Gekalibreerd
63