Op ieder tabblad kunt u de databron van uw voorkeur bekijken en selecteren. De op dat moment
actieve databron toont de actuele waarde. De selectie van de databron kan zijn ingesteld op
handmatig of automatisch:
• Automatisch — uw MFD selecteert automatisch een apparaat.
• Handmatig — u kunt het apparaat van uw voorkeur handmatig selecteren.
Op een netwerk aangesloten MFD's worden automatisch bijgewerkt en gebruiken de databronnen
die zijn geselecteerd op het datamaster-MFD.
Transducerinstellingen configureren
Voor systemen die een sonar bevatten, moeten de transducerinstellingen worden geconfigureerd.
1. Selecteer Transducer in het menu Instellingen van de Sonar-app: Menu > Instellingen >
Transducer
2. Selecteer hoe u wilt dat de diepte wordt weergegeven:
i. Onder transducer (default) — geen correctie nodig
ii. Onder kiel — voer de afstand in tussen de voorkant van de transducer en de onderkant
van de kiel.
iii. Onder waterlijn — voer de afstand in tussen de onderkant van uw kiel en de waterlijn.
3. Als u transducer over een temperatuursensor beschikt, dan kunt u de temperatuurinstellingen
als volg configureren:
62