3.
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Legende: * = aanwezig,
- = niet aanwezig
Elektronische kaart: treedt onmiddellijk op en zet het product
in alarm tot de volledige afkoeling in geval van: breuk motor
rookgassen, breuk motor laden pellet, black-out (indien langer dan
10 seconden), no ignition (aanzetten mislukt)
Micro deur bovenaan (verbrandingskamer): indien de deur van
de verbrandingskamer wordt geopend, wordt de werking van de
motor voor het laden van pellets geblokkeerd (*elisir, duchessa,
esmeralda tosca plus)
Micro blokkering inbouwelement: indien de micro voor
eindaanslag aangeeft dat het inbouwelement niet geblokkeerd is,
komt er geen elektrische energie om te voeden
Elektronische drukregelaar: in geval van onvoldoende
drukvermindering brengt deze de machine in alarm
Zekering F2.5 A 250V (kachels): beschermt de machine tegen
hevige stroomstoten
Mechanische bol afgesteld op 85°C met manuele ontgrendeling:
treedt op door het laden van brandstof te blokkeren wanneer de
t° van het pelletreservoir de limiet van 85°C bereikt. Het opnieuw
instellen moet uitgevoerd worden door gekwalifi ceerd
personeel en/of de technische dienst van de constructeur
Sonde temperatuurcontrole pelletreservoir: in geval van
oververhitting van het reservoir moduleert de machine automatisch
om terug te keren naar normale temperatuurwaarden (* graziosa,
esmeralda, irina, c. idro, c. P80, c. maxi)
4.
INSTALLATIE
De installatie moet conform zijn met:
UNI 10683 (2005) warmtegeneratoren gevoed met hout of
andere vaste brandstoff en: installatie.
De schoorstenen moeten conform zijn met:
UNI 9731 (1990) schoorstenen: klassering op basis van de thermische
weerstand.
EN 13384-1 (2006) berekeningsmethode van de thermische en
dynamisch vloeiende kenmerken van de schoorstenen.
UNI 7129 punt 4.3.3 voorzieningen, lokale regels en voorschriften van
de VVFF.
UNI 1443 (2005) schoorstenen: algemene vereisten.
UNI 1457 (2004) schoorstenen: interne leidingen in terracotta en
keramiek.
GLOSSARIUM
TOESTEL MET GESLOTEN VUURPOT
Warmtegenerator die enkel geopend mag worden voor het laden van
brandstof tijdens het gebruik.
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
BIOMASSA
Materiaal van biologische oorsprong, uitgezonderd materiaal uit
geologische lagen en omgezet in fossiele brandstof.
BIOBRANDSTOF
Brandstofproduct rechtstreeks of onrechtstreeks uit biomassa.
SCHOORSTEEN
Verticale buis met als doel de verbrandingsproducten afkomstig van één
enkel toestel samen te brengen en af te voeren, op voldoende hoogte
*
*
boven de grond.
ROOKKANAAL OF KOPPELING
Buis of aansluitingselement tussen het toestel warmtegenerator en de
schoorsteen voor de evacuatie van de verbrandingsproducten.
*
_
ISOLERING
Geheel van elementen en materialen gebruikt om de warmtetransmissie
te verhinderen doorheen een wand die omgevingen met verschillende
temperatuur verdeelt.
-
*
SCHOORSTEENPOT
Voorziening geplaatst boven op de schoorsteen met als doel het
verspreiden van de verbrandingsproducten in de atmosfeer te
*
*
vergemakkelijken.
*
*
CONDENS
Vloeibare producten die zich vormen wanneer de temperatuur van de
verbrandingsgassen lager is of gelijk aan het dauwpunt van het water.
*
*
WARMTEGENERATOREN
Toestel dat toelaat om thermisch energie (warmte) te produceren via
snelle transformatie door verbranding van de chemische energie zelf
van de brandstof.
*
*
REGELKLEP
Mechanisme om de dynamische resistentie van de verbrandingsgassen
te wijzigen.
ROOKEVACUATIESYSTEMEN
Installatie voor de evacuatie van rookgassen, onafhankelijk van het
toestel, bestaande uit een koppeling of rookkanaal, schoorsteen of
enkelvoudig rookkanaal, en schoorsteenpot.
GEFORCEERDE TREK
Luchtcirculatie door middel van een ventilator aangedreven door een
elektrische motor.
NATUURLIJKE TREK
Trek die optreedt in een schoorsteen/rookkanaal door het eff ect van het
verschil in massavolume dat bestaat tussen de (warme) rookgassen en
de omgevingslucht, zonder mechanische hulp van aanzuiging binnenin
of op de top.
STRALINGSZONE
Zone onmiddellijk palend aan de haard waarin zich de warmte verspreidt
veroorzaakt door de verbranding, hier mogen zich geen materialen
bevinden uit brandbaar materiaal.
REFLUXZONE
Zone waarin de verbrandingsproducten uit het toestel naar buiten
5