9.
WERKINGSCYCLUS
9.1.
BASISINSTRUCTIES
Tijdens de eerste ontstekingen van de kachel moet men de volgende
tips indachtig zijn:
Er kunnen zich lichte geuren ontwikkelen, te wijten aan het
drogen van de gebruikte verf en silicone. Vermijd langdurig
inademen.
de oppervlakken niet aanraken, omdat ze nog onstabiel kunnen
zijn.
Het lokaal meermaals goed verluchten.
Het verharden van de oppervlakken stopt na enkele
verwarmingsprocessen.
Dit toestel mag niet gebruikt worden als afvalbrander.
9.2.
AANZETTEN
OPGEPAST !
Het wegnemen van de scheidingswand doet afbreuk aan de
veiligheid van het product en leidt onmiddellijk tot het vervallen
van de waarborgperiode. In geval van slijtage of beschadiging,
vraag vervanging aan de technische dienst (vervanging die niet
onder de waarborg van het product valt aangezien het gaat om
een onderdeel onderhevig aan slijtage).
fi guur 39
OPGEPAST!!!
GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE VLOEISTOF VOOR HET AANZETTEN
BRENG DE ZAK MET PELLETS NIET IN CONTACT MET DE KOKEND
HETE KACHEL TIJDENS HET BIJVULLEN
WANNEER ER VOORTDUREND MELDINGEN ZIJN VAN NO IGNITION,
MOET MEN EEN BEVOEGDE TECHNICUS CONTACTEREN.
Vooraleer verder te gaan met het aanzetten van de kachel, moet men
de volgende punten controleren:
in het reservoir moet gevuld zijn met pellets
de verbrandingskamer moet proper zijn
de vuurpot moet volledig vrij zijn en proper
controleer of de branddeur en de asbak hermetisch gesloten
zijn
controleer of de voedingskabel correct aangesloten is
de bipolaire schakelaar achteraan rechts moet op 1 staan
Na controle van de punten hierboven, drukt men gedurende drie
seconden op de toets P1 om de kachel aan te zetten.
Nadat er ontsteking is opgetreden, gaat de kachel over naar het
opstarten om op vermogen te komen en gaat daarna over naar de
normale werking.
WERKINGSCYCLUS
9.3.
WORK
Nadat er ontsteking is opgetreden gaat de machine over naar work.
Regel de gewenste omgevingstemperatuur via de toetsen P2 en P3
.
Stel het werkingsvermogen in (van 1 tot 5) via de toetsen P4 en P5 .
OPGEPAST!!!
Het deksel van het pelletereservoir moet altijd gesloten
blijven. Het wordt enkel geopend tijdens de fase waarin
brandstof wordt geladen.
De zakken met pellets moeten ver uit de buurt worden
gehouden van de kachel, minstens 1,5 meter.
Het is aanbevolen om het pelletreservoir altijd halfvol te
houden.
Vooraleer het reservoir van de kachel te vullen met pellets,
moet men er zich van verzekeren dat het toestel uit staat.
Het toestel heeft de mogelijkheid om de omgevingstemperatuur te
controleren via een standaard digitale thermostaat (in de fabriek
geïnstalleerd) die als functie heeft om het verwarmingsvermogen op
minimum te brengen wanneer een vooraf ingestelde temperatuur
wordt bereikt.
Opgepast: wanneer de instelling van de temperatuur "lou" is (set
onder de drempel van 7°C) gaat de kachel altijd op minimum werken.
Wanneer de instelling op "hot" is (set boven de drempel van 40°C) zal
de kachel niet moduleren, maar zal enkel en alleen werken op het
ingestelde vermogen.
Wat betreft de ventilatie van de warme lucht, regelt de kachel zichzelf
automatisch. Er zijn twee verschillende werkwijzen van de kachel
op basis van de functie Stand-by. Zie hoofdstuk "Stand-by" .
De werking van de modellen met kanaliseerbare lucht is analoog met
de werking van de andere modellen met toevoeging van een tweede
motor voor de kanalisering. Tijdens de normale werking van de kachel
volgt de tweede ventilator de vooruitgang van de eerste ventilator.
(Raadpleeg hoofdstuk "Werking extra thermostaat voor besturing motor
kanalisering" voor het beheer van de tweede motor).
De werking van de kachel kan ook met de functie Stand-by worden
ingesteld. Zie hoofdstuk "Stand-by".
UITSCHAKELEN
Druk gedurende 3 seconden op de toets P1 .
Na deze handeling gaat het toestel automatisch naar de fase
uitschakelen, en blokkeert de aanvoer van pellets.
De aanzuigmotor van de rookgassen en de motor van de
warmeluchtventilatie blijven aan tot de temperatuur van de
kachel gedaald is tot onder de fabrieksparameters.
15