Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat wordt
aangegeven wanneer het wordt gebruikt in een MCN
(Micro Cellular Network), selecteert u
dienst
> Aan.
Verbindingsinstellinge
n
Selecteer
Menu
Bed. paneel
>
Verbinding.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Bluetooth
— De Bluetooth-instellingen wijzigen.
•
USB
— De instellingen voor gegevenskabels wijzigen.
•
Bestemmingen
— Nieuwe toegangspunten instellen
•
of bestaande toegangspunten bewerken. Sommige of
alle toegangspunten kunnen door de serviceprovider
vooraf zijn ingesteld voor het apparaat. Het is wellicht
niet mogelijk om nieuwe instellingen toe te voegen of
om instellingen te wijzigen of te verwijderen.
VPN
— De instellingen voor virtueel particulier
•
netwerkgebruik beheren.
Packet-ggvns
— Definieer wanneer het packet-
•
gegevensnetwerk wordt aangekoppeld en voer de
naam van het standaard packet-geschakelde
toegangspunt in dat moet worden gebruikt als u het
apparaat als modem voor een computer gebruikt.
Wireless LAN
— Stel het apparaat zodanig in dat er
•
een symbool wordt weergegeven als een draadloos
LAN (WLAN) beschikbaar is en definieer hoe vaak het
apparaat zoekt naar netwerken.
Weergave info
Instellingen
en
>
Video delen
— Schakel het delen van video's in,
•
selecteer het SIP-profiel voor het delen van video's en
definieer de instellingen voor het opslaan van video's.
SIP-instellingen
— Geef SIP-profielen (Session
•
Initiation Protocol) weer of stel deze in.
XDM-instellingen
— Maak een XDM-profiel. Het XDM-
•
profiel is vereist voor allerlei
communicatietoepassingen, bijvoorbeeld
Beschikbaarheid.
Presence
— Bewerk de instellingen voor
•
beschikbaarheid (netwerkdienst). Neem contact op
met uw serviceprovider als u zich op deze dienst wilt
abonneren.
Externe stations
— Sluit het apparaat aan op een
•
extern station.
Configuraties
— Bekijk of verwijder vertrouwde
•
servers waarvan het apparaat configuratie-instellingen
kan ontvangen.
Tgpt.namen bhr.
— Packet-gegevensverbindingen
•
beperken
Toegangspunten
Een nieuw toegangspunt maken
Selecteer
Menu
Bed. paneel
>
Verbinding
> Bestemmingen.
U ontvangt de instellingen voor een toegangspunt
mogelijk in een bericht van een serviceprovider. Sommige
of alle toegangspunten kunnen door de serviceprovider
vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet
mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of
om nieuwe instellingen toe te voegen.
Instellingen
en
>
159