Beveiligings- en gegevensbeheer
De gegevens en software op het apparaat beheren en voor
de veiligheid van het apparaat en de inhoud zorgen.
Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechts één
antivirustoepassing. Het gebruik van meer dan één
toepassing met antivirusfunctionaliteit kan een negatieve
invloed hebben op de prestaties en werking of ervoor
zorgen dat het apparaat het niet meer doet.
Het apparaat blokkeren
Met de blokkeringscode wordt uw apparaat tegen
onbevoegd gebruik beschermd. De vooraf ingestelde
blokkeringscode is 12345.
Als u het apparaat wilt blokkeren, gaat u naar het
startscherm, drukt u op de aan/uit-toets en selecteert u
Blokkeer
telefoon.
Als u de blokkering van het apparaat wilt opheffen,
selecteert u
Blok.
selecteert u OK.
Als u de blokkeringscode wilt wijzigen, selecteert u
Menu
Bed. paneel
>
Beveiliging
Telefoon en
>
code in en vervolgens tweemaal de nieuwe code. De
140
oph., voert u de blokkeringscode in en
Instellingen
en
Algemeen
>
SIM-kaart. Voer de huidige
nieuwe code moet uit 4 tot 255 tekens bestaan. U kunt
cijfers, hoofdletters en kleine letters gebruiken.
Houd de nieuwe blokkeringscode geheim en bewaar deze
niet bij uw apparaat.
Als u de blokkeringscode kwijtraakt, gaat u met het
apparaat naar een bevoegd Nokia-servicepunt. Bij het
opheffen van de blokkering wordt de software opnieuw
geladen, waardoor gegevens die u hebt opgeslagen
verloren kunnen gaan.
U kunt het apparaat ook op afstand blokkeren door middel
van een SMS-bericht. Als u blokkeren op afstand wilt
inschakelen en de tekst voor het SMS-bericht wilt
definiëren, selecteert u
Instellingen
en
Algemeen
en SIM-kaart
Ext. telef.vergrendeling
>
Ingeschakeld. Voer de tekst voor het blokkeringsbericht
in en bevestig dit. Het bericht moet uit ten minste 5 tekens
bestaan.
Beveiliging van de
geheugenkaart
>
Selecteer
Menu
>
Menu
Bed. paneel
>
Beveiliging
>
Kantoor
> Best.beheer.
>
Telefoon
>
>