Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Codering; Apparaatgeheugen En Geheugenkaart Coderen - Nokia E55 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor E55:
Inhoudsopgave

Advertenties

U kunt een geheugenkaart met een wachtwoord
beveiligen om te voorkomen dat anderen ongevraagd
toegang tot de kaart hebben. Als u een wachtwoord wilt
instellen, selecteert u
Opties
geh.kaart
> Instellen. Het wachtwoord bestaat uit
maximaal 8 lettertekens en is hoofdlettergevoelig. Het
wachtwoord wordt opgeslagen op het apparaat. U hoeft
het niet nog een keer in te voeren als u de geheugenkaart
in hetzelfde apparaat gebruikt. Als u de geheugenkaart
ook in een ander apparaat gebruikt, wordt u gevraagd het
wachtwoord in te voeren. Niet alle geheugenkaarten
kunnen met een wachtwoord beveiligd worden.
Selecteer
Opties
Wachtwoord geh.kaart
>
Verwijderen
om het wachtwoord van een geheugenkaart
te verwijderen. Als u het wachtwoord verwijdert, zijn de
gegevens op de geheugenkaart niet meer beveiligd tegen
onbevoegd gebruik.
Als u een vergrendelde geheugenkaart wilt openen,
selecteert u
Opties
Geh.kaart
>
wachtwoord in.
Als u het wachtwoord van een vergrendelde
geheugenkaart vergeten bent, kunt u de kaart
formatteren om de kaart te ontgrendelen. Het
wachtwoord is dan ook verwijderd. Als u een
geheugenkaart formatteert, verliest u wel alle gegevens
die op de kaart opgeslagen zijn.

Codering

Selecteer
Menu
Bed. paneel
>
Codering.
Wachtwoord
>
>
deblokkeren. Voer het
Telefoon
>
>
U kunt het apparaat of de geheugenkaart coderen, zodat
anderen geen toegang tot belangrijke gegevens hebben.
Apparaatgeheugen en
geheugenkaart coderen
Als u het apparaatgeheugen wilt coderen, selecteert u
Telefoongeheugen.
Als u de geheugenkaart wilt coderen, selecteert u
Geheugenkaart
en maakt u een keuze uit de volgende
opties:
Coderen zonder opslaan sleutel
geheugenkaart coderen zonder de coderingssleutel op
te slaan. Als u deze optie selecteert, kunt u de
geheugenkaart niet in andere apparaten gebruiken.
Ook kunt u de geheugenkaart niet decoderen als u de
fabrieksinstellingen terugzet.
Coderen en sleutel opslaan
coderen en de sleutel handmatig in de standaardmap
opslaan. Sla voor alle zekerheid de sleutel ook op een
veilige plaats buiten het apparaat op. U kunt de sleutel
bijvoorbeeld naar de computer verzenden. Voer een
wachtwoord in voor de sleutel en een naam voor het
sleutelbestand. Het wachtwoord mag niet te kort en
eenvoudig zijn.
Coderen met herstelde sleutel
coderen én de ontvangen sleutel op de kaart opslaan.
Selecteer het sleutelbestand en voer het wachtwoord
in.
— De
— De geheugenkaart
— De geheugenkaart
141

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave