Inhoudsopgave
Advertenties
Opties na het maken van
een foto:
Nieuwe
afbeelding, Zenden,
Naam
afbeeld.
wijz.,
Ga naar
Afbeelding.,
Instellingen
Afsluiten.
Voorbeeld: Als u
'Strand' instelt als
standaardnaam, wordt
die voor alle gemaakte
foto's gebruikt ('Strand',
'Strand(01)', 'Strand(02)',
enzovoort) totdat u deze
weer wijzigt.
Tip! Probeer de
diverse cameramodi om
te zien wat voor effect ze
hebben op de foto.
54
Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
Opmerking: Houd de telefoon stil totdat de foto wordt opgeslagen. De foto's
worden automatisch opgeslagen in de toepassing Afbeeldingen.
Na het opslaan kunt u het volgende doen:
• Als u de foto in de toepassing Afbeeldingen niet wilt bewaren, drukt u op Verwijd..
• Druk op de navigatietoets om terug te gaan naar de zoeker en een nieuwe foto te
maken.
Opmerking: Als u niet binnen een minuut op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de navigatietoets als u nog een foto wilt
maken.
Instellingen
en
In de toepassing Camera kunt u instellingen als de kwaliteit en de standaardnaam voor
afbeeldingen aanpassen.
→ Instellingen.
1 Kies
Opties
2 Ga naar de instelling die u wilt wijzigen:
•
Kwaliteit afbeelding
geheugenruimte de afbeelding inneemt. Zie ook
op pag. 56.
•
Stand.naam afb.
- Standaard wordt de notatie 'Afbeelding.jpg' gebruikt. Met
Stand.naam afb.
kunt u een standaardnaam opgeven voor foto's. Zie het voorbeeld in
de marge.
De invloed van de cameramodus op formaat en stand
Door een andere cameramodus te gebruiken, kunt het formaat en de stand van de
gemaakte foto wijzigen. Zie fig.
navigatietoets naar links of rechts te bewegen. Kies:
•
Standaard
als u normale horizontale foto's wilt maken,
- Hoog,
Normaal
en Gering. Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer
'Afbeeldingen en geheugengebruik'
2
op pag. 55. U kunt een andere modus kiezen door de
Advertenties
Inhoudsopgave
