38
Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
• PIN-code (4 tot 8 cijfers) - De PIN-code (Personal Identification Number) beschermt
de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-
kaart verstrekt.
Na drie opeenvolgende foutieve pogingen wordt de PIN-code geblokkeerd. Als de PIN-
code geblokkeerd is, kunt u de SIM-kaart pas weer gebruiken nadat u deze blokkering
hebt opgeheven. Zie de informatie over PUK-code.
• PIN2-code (4 tot 8 cijfers) - De PIN2-code, die bij sommige SIM-kaarten wordt
verstrekt, verschaft u toegang tot bepaalde functies, zoals de registratie van de
gesprekskosten.
• Blokkeringscode (5 cijfers) - Met de blokkeringscode kunt u de telefoon en het
toetsenblok vergrendelen ter voorkoming van ongeoorloofd gebruik.
Opmerking: De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. Voorkom
ongeoorloofd gebruik van uw telefoon door de blokkeringscode te wijzigen.
Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de
telefoon).
• PUK- en PUK2-code (8 cijfers) - De PUK-code (Personal Unblocking Key) is vereist
voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN-code. De PUK2-code is vereist voor het
wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code. Als de codes niet bij de SIM-kaart worden
verstrekt, informeert u bij de exploitant van uw SIM-kaart naar de juiste codes.
U kunt de volgende codes wijzigen: de blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code. Deze
codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Opmerking: Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de
alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer
kiest.
PIN-code vragen
- Als deze optie actief is, moet u bij inschakeling van de telefoon altijd eerst
de PIN-code opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige SIM-kaarten niet kunt
uitschakelen.
PIN-code
/
PIN2-code
/
Blokkeringscode
- Met deze instelling kunt u de code wijzigen.