Geleidbaarheidsomvormers met één en twee ingangen voor hoge geleidbaarheden
AX413, AX430, AX433, AX436 en AX438
5.4.3 Alarm CIP Status (CIP-status) configureren
Opmerkingen:
Deze sectie is alleen van toepassing als
Alarm 5 (alleen omvormers met twee ingangen waarvan het optiebord is geïnstalleerd en de analoge functies zijn
ingeschakeld, zie sectie 7.3) kan op dezelfde wijze worden geconfigureerd als het CIP-interfacealarm voor sensor B.
Hierom is deze sectie ook van toepassing op alarm 5.
Als alarm 1 (en/of alarm 4) is geconfigureerd als CIP-interfacealarm, worden de in tabel 5.1 weergegeven foutmeldingen als
reactie op de beschreven evenementen weergegeven.
Als alarm 2 (en/of alarm 4) is geconfigureerd als alarm
evenementen afhankelijk of het daarme geassocieerde relais actief is en of het daarbij behorende led-lampje wel of niet
brandt.
ingesteld op
A1: Type
Dosing
-----
Config. Alarm 2
CIP
-----
Status
Status
A2: Type
Alarm
Off
28
is ingesteld op
A1: Type
(Dosering)
Alarm 2 configureren
Zie sectie 5.4.1.
Config. Alarm 3
Alarm 2: type
Opmerking: het alarmtype
is ingesteld op
Type
Gebruik de toetsen
Als
is ingesteld op
A2: Type
en de gemeten geleidbaarheid aan het einde van de initiële belastingperiode niet
meer is dan 90% van de setpointwaarde van alarm 1, wordt het relais van alarm 2
geactiveerd, gaat het led-lampje van alarm 2 branden en wordt de foutmelding
Long Charge (Belastingperiode verlopen) weergegeven (zie tabel 5.1).
en de gemeten geleidbaarheid aan het einde van de doseringperiode niet de
setpointwaarde van alarm 1 heeft overschreden, wordt het relais van alarm 2
geactiveerd, gaat het led-lampje van alarm 2 branden en wordt de foutmelding
Long Dose (Doseringperiode verlopen) weergegeven (zie tabel 5.1).
en de gemeten geleidbaarheid de setpointwaarde van alarm 1 plus de
setpointwaarde van de afwijking heeft overschreden, wordt het relais van alarm 2
geactiveerd, gaat het led-lampje van alarm 2 branden en wordt de foutmelding
High Alarm (Hoog alarm) weergegeven (zie tabel 5.1).
en de gemeten geleidbaarheid onder de setpointwaarde van alarm 1 min de
setpointwaarde van de afwijking valt, wordt het relais van alarm 2 geactiveerd, gaat
het led-lampje van alarm 2 branden en wordt de foutmelding Low Alarm (Laag
alarm) weergegeven (zie tabel 5.1).
(Uit),
Config. Alarm 2
Off
Status
geselecteerd: zie sectie 5.4.1.
Alarm
A2: Assign
(Dosering) (zie sectie 5.4.1).
Dosing
(CIP-status), is het van de in tabel 5.1 beschreven
CIP Status
(CIP-status) wordt alleen weergegeven als
CIP Status
(Dosering) (zie sectie 5.4.1).
Dosing
en
om het alarmtype
(CIP-status):
CIP Status
of
(CIP-status) geselecteerd: terug naar beginscherm.
CIP Status
5 Programmeren
(CIP-status) te selecteren.
CIP Status
IM/AX4CO4–NL versie 9
A1: