Systeeminstellingen
Selecteer Stel in > Systeem.
Satellietsysteem: Hiermee stelt u het satellietsysteem in
WAAS/EGNOS: Hiermee kan het systeem gebruikmaken van WAAS/EGNOS-gegevens (Wide Area
Augmentation System/European Geostationary Navigation Overlay Service).
Taal: Hiermee kunt u de taal selecteren voor de tekst die op het toestel wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van de kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, of
door de gebruiker ingevoerde gegevens, ongewijzigd.
Batterijsoort: Hiermee kunt u selecteren welk type AA-batterijen u gebruikt.
USB-modus: Hiermee kunt u de massaopslagmodus of de Garmin modus inschakelen op het toestel als er
verbinding is met een computer.
Scherminstellingen
OPMERKING: Sommige instellingen zijn niet op alle toestelmodellen beschikbaar.
Selecteer Stel in > Scherm.
Verlichtingtijdsduur: Hiermee kunt u de tijd instellen voordat de schermverlichting uitgaat.
Kleuren: Hiermee wijzigt u de kleur van de schermachtergrond en selectiemarkering.
Schermafbeelding: Hiermee kunt u de afbeelding op het scherm van het toestel opslaan.
De toestelgeluiden instellen
U kunt het geluid voor berichten, knoppen, afslagwaarschuwingen en alarmen instellen.
OPMERKING: Deze functie is niet op alle toestelmodellen beschikbaar.
1 Selecteer Stel in > Tonen > Tonen > Aan.
2 Selecteer het gewenste geluid voor ieder item.
De maateenheden wijzigen
U kunt de eenheden voor afstand en snelheid, hoogte, diepte, temperatuur, luchtdruk en verticale snelheid
aanpassen.
1 Selecteer Stel in > Eenheden.
2 Selecteer het item waarvoor u de eenheid wilt instellen.
3 Selecteer een maateenheid.
Tijdinstellingen
Selecteer Stel in > Tijd.
Tijdnotatie: Hier kunt u kiezen om de 12- of 24-uursklok in te stellen.
Tijdzone: Hiermee stelt u de tijdzone voor het toestel in. Met Automatisch wordt de tijdzone automatisch
ingesteld op basis van uw GPS-positie.
Instellingen voor positieweergave
OPMERKING: Wijzig de positieweergave of het coördinatensysteem op basis van kaartdatum alleen als u een
kaart gebruikt die een andere positieweergave voorschrijft.
Selecteer Stel in > Positieweergave.
Positieweergave: Hiermee selecteert u de positieweergave waarmee een locatie wordt aangeduid.
Kaartdatum: Hiermee stelt u het coördinatensysteem van de kaart in.
Kaartsferoïde: Hiermee geeft u het coördinatensysteem weer dat door het toestel wordt gebruikt. Het
standaardcoördinatensysteem is WGS 84.
Het toestel aanpassen
(GPS en andere satellietsystemen, pagina
13).
19