* Bij toestellen met gemonteerde
wandafstandhouders neemt de
toesteldiepte toe met ca. 35 mm.
a Opzetkast
b Toestel
c Koelkast
d Wand
Het toestel inbouwen
Het toestel kan in elke kastenrij worden
ingebouwd. Om het toestel even hoog
te laten komen als de kasten, kan bo-
ven het toestel een opzetkast a wor-
den geplaatst.
Met het oog op de aan- en afvoer van
de lucht moet er langs de achterzijde
van het toestel een afvoerkanaal van
minimum 50 mm diep voorzien worden,
over de hele breedte van de opzetkast.
De diameter van de verluchting onder
het plafond moet minstens 300 cm
dragen zodat de opgewarmde lucht on-
gehinderd kan wegstromen. In het an-
dere geval moet de compressor harder
werken waardoor het stroomverbruik
toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze geregeld ge-
reinigd worden.
Bij inbouw met keukenkasten met
genormaliseerde afmetingen
(maximumdiepte van 580 mm) kan het
toestel rechtstreeks naast de keuken-
kast worden opgesteld. De toesteldeur
staat dan op 34 mm* verwijderd aan de
zijkant en steekt 55 mm* uit ten opzich-
te van de voorkant van de keukenkast.
Op deze manier kan de toesteldeur
zonder problemen worden geopend en
gesloten.
Als u het toestel opstelt naast een
wand d is aan de kant van de schar-
nieren tussen de wand d en het toestel
b een afstand van ca. 30 mm vereist.
Dit zorgt ervoor dat de deur helemaal
kan worden geopend.
2
be-
49