7. Speciale functies
Pompinstellingen V1/ Signaal V1
In dit menu worden de instellingen voor de op snelheid gecontroleerde output V1 uitgevoerd.
Type pomp/ Type signaal
Het gebruikte type op snelheid gecontroleerde pomp kan hier ingesteld worden.
0-10V: Controle van speciale pompen (bv. hoge efficiëntiepompen) door middel van een 0-10V-signaal.
PWM: Controle van speciale pompen (bv. hoge efficiëntiepompen) door middel van een PWM-signaal.
Pomp/ Profiel
In dit menu kunnen de van tevoren ingestelde profielen voor de pomp worden geselecteerd. Onder "Handmatig" kunnen alle
instellingen handmatig worden gedaan. De instellingen kunnen altijd worden gewijzigd nadat een profiel is geselecteerd.
Uitgangssignaal
In dit menu wordt het pomptype ingesteld: verwarmingspompen hebben de grootste uitvoer met een klein inangssignaal. Solar =
normaal, verwarming = omgekeerd.
PWM / 0-10V uit
Dit signaal / dit voltage wordt uitgezonden als de pomp uitgeschakeld is (pompen met kabelbreukdetectie vereisen een minimaal
voltage / een minimum signaal).
PWM / 0-10V aan
De pomp heeft deze spanning/dit signaal nodig om in te schakelen en op een minimumtoerental te draaien.
PWM / 0-10V max.
Met deze waarde kan het maximale spanningsniveau/de maximale frequentie worden gedefinieerd voor de hoogste snelheid
van de energiespaarpomp die bijvoorbeeld wordt gebruikt tijdens het spoelen en tijdens handmatige bediening.
Signaal weergeven
Vertegenwoordigt het ingestelde pompsignaal in een afbeelding en tekstoverzicht.
Snelheidsregeling
Als de snelheidsregeling is geactiveerd, biedtSBMC dit de mogelijkheid om de snelheid van de pompen afhankelijk van het pro-
ces te wijzigen met een speciaal intern elektronisch systeem.
Deze functie mag uitsluitend door een technicus worden geactiveerd. Afhankelijk van het feit of de pump wordt
gebruikt en van het pompniveau, mag de minimumsnelheid niet te laag worden ingesteld, omdat dan het pomp-
systeem beschadigd kan raken. Hiervoor moet ook rekening worden gehouden met de specificaties van de betref-
fende fabrikant! Bij twijfel, moeten de minimumsnelheid en het pompniveau eerder te hoog dan te laag worden
ingesteld.
Purgeertijd
Gedurende deze tijd draait de pomp op volle toeren (100%) om veilig opstarten te garanderen. Pas na afloop van deze pur-
geertijd heeft de pomp een geregelde snelheid en kan hij, afhankelijk van de ingestelde variant, naar maximaal of minimaal toe-
rental worden geschakeld. Toerental.
Max. Snelheid
Hier wordt de maximumsnelheid van de pomp bepaald. Tijdens het instellen draait de pomp met de betreffende snelheid en kan
de stroming worden bepaald.
De gedefinieerde percentages zijn variabelen, die meer of minder kunnen afwijken afhankelijk van het systeem, de
pomp en het pompniveau. 100% is het maximaal mogelijke vermogen van de regelaar.
Min. Snelheid
Hier wordt de minimumsnelheid van de pomp bepaald. Tijdens het instellen draait de pomp met de betreffende snelheid en kan
de stroming worden bepaald.
16
Wordt gebruikt voor het instellen van basisitems en uitgebreide functies.
De instellingen in dit menu mogen uitsluitend worden gewijzigd
door een specialist.