Inbedrijfstellen
24
Kalibratiefactor mestkorrels tijdens stationair draaien
berekenen:
1. Controleer de invoeren voor de strooihoeveelheid en
werkbreedte en corrigeer ze eventueel.
2. Vul de bak met een voldoende hoeveelheid kunstmestkorrels.
3. Verwijder de linker strooischijf en draai de vleugelmoer weer op
de overbrengingsas.
4. Bevestig de opvangbak onder de uitwerpopening, zie
bedieningshandleiding ZA-M.
5. Druk op
.
6. Voer met behulp van de toetsen
kalibratiewaarde op het display in, bijv. 1.00.
Voor het invoeren van de kalibratiefactor kan
•
de kalibratiefactor (kwantiteitsfactor) uit de strooitabel worden
overgenomen.
•
op ervaringscijfers worden teruggegrepen.
Realistische kalibratiefactoren (0.7-1.4):
•
ca. 0.7 voor ureum
•
ca. 1.0 voor kalkamon-salpeter (KAS)
•
ca. 1.4 voor fijne, zware PK-mestkorrels
Weergave na invoer van de kalibratiefactor
7. Druk op
en bevestig de invoer.
8. Druk op
houd de toets ingedrukt en druk gelijktijdig op
.
→
De kalibratie start.
W
eergave bij het starten van de kalibratie van de mestkorrels
resp.
een
AMADOS+ BAG0058.1 03.08