6 Installatie
Installatie met meerdere buitenunits
a
b
A1P
F1 F2 F1 F2 Q1 Q2
Q1 Q2
f
e
d
a
Unit A (master-buitenunit)
b
Unit B (slave-buitenunit)
c
Unit C (slave-buitenunit)
d
Transmissie master/slave (Q1/Q2)
e
Transmissie buiten/binnen (F1/F2)
f
Transmissie buitenunit/ander systeem (F1/F2)
INFORMATIE
Units van de U-reeks kunnen het koelmiddelcircuit niet
delen met units van de T-reeks. Units van de U-reeks en
van de T-reeks kunnen wel elektrisch worden aangesloten
op F1/F2.
▪ De bedrading tussen de buitenunits in hetzelfde leidingsysteem
moet worden aangesloten op de klemmen Q1/Q2 (Out Multi). Als
de draden op de klemmen F1/F2 worden aangesloten, zal het
systeem slecht werken.
▪ De bedrading voor de andere systemen moet worden aangesloten
op de klemmen F1/F2 (Out-Out) van de printplaat in de buitenunit
waarop de bedrading tussen de binnenunits is aangesloten.
▪ De basisunit is de buitenunit waarop de onderlinge bedrading
tussen de binnenunits is aangesloten.
OPMERKING
Let op de polariteit van de transmissiekabel.
6.8.7
Transmissiebedrading voltooien
Omwikkel de transmissiebedrading na de installatie ervan in de unit,
samen met de lokale koelmiddelleidingen met behulp van
afwerkingstape, zoals hierna afgebeeld.
a
c
b
e
d
a
Vloeistofleiding
b
Gasleiding
c
Isolatie
d
Transmissiebedrading (F1/F2)
e
Afwerkingstape
6.8.8
Voeding routeren en bevestigen
OPMERKING
Houd de aardingskabels op minstens 25 mm van de
stroomdraden van de compressor. Anders kunnen andere
units die op dezelfde aarding zijn aangesloten slecht
werken.
De voedingsbedrading kan via de voorkant en de linkerkant worden
geleid. Maak het vast aan het onderste montagegat.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
36
c
Q1 Q2
d
8~12 HP
X1M
A
c
b
a
A
a
Voeding (mogelijkheid 1)
b
Voeding (mogelijkheid 2)
c
Voeding (mogelijkheid 3)
d
Kabelbinder
(a)
Uitbreekopening vrijmaken. Sluit de opening af om te
voorkomen dat kleine dieren of vuil binnendringen.
6.8.9
Voeding aansluiten
OPMERKING
Sluit de voeding nooit aan op de klemmenstrook van de
transmissiebedrading. Anders kan het hele systeem
onklaar raken.
INFORMATIE
Installatie en routering bij gebruik van de keuzeschakelaar
koelen/verwarmen: zie de montagehandleiding van de
keuzeschakelaar koelen/verwarmen.
VOORZICHTIG
Bij het aansluiten van de voedingskabel moet de aarding
vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten. Bij
het
losmaken
van
stroomvoerende
draden
losgemaakt. De lengte van de geleiders tussen de
trekontlasting van de voedingskabel en de klemmenstrook
moet zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak
zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de
voedingskabel wordt losgetrokken van de trekontlasting.
Aanhaalmoment van de klemschroeven:
Schroefmaat
M8 (klemmenblok voeding)
M8 (aarding)
OPMERKING
Om de aardingsdraad aan te sluiten moet hij door de
uitsparing van de sluitring lopen. Een onvolledige aarding
kan elektrische schokken veroorzaken.
14~20 HP
X1M
d
d
A
d
c
b
a
(a)
(a)
(a)
. Gebruik een mantelbuis.
de
voedingskabel
moeten
vóór
de
aarding
worden
Aanhaalmoment (N•m)
5,5~7,3
RXYQQ8~20U7Y1B
VRV IV Q+-reeks warmtepomp
4P546229-1 – 2018.09
d
d
de