▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u best de
bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen
rond de randen om roestvorming te voorkomen.
▪ Draai beschermende tape rond de bedrading om beschadiging
van de draden te voorkomen wanneer u stroomkabels door de
uitbreekopeningen voert, steek de draden door lokaal voorziene
beschermende mantelbuizen op die plaats, of installeer geschikte
lokaal voorziene draadnippels of rubberen bussen in de
uitbreekopeningen.
a
b
a
Uitbreekopening
b
Braam
c
Verwijder bramen
d
Sluit de uitbreekopeningen af met opvulsel (ter plaatse
klaar te maken) als de mogelijkheid bestaat dat kleine
dieren via de uitbreekopeningen in het systeem
binnendringen
6.8.5
Transmissiebedrading routeren en
bevestigen
De transmissiebedrading kan alleen door de voorkant worden geleid.
Maak de bedrading vast aan het bovenste montagegat.
8~12 HP
A
b
a
A
a
Transmissiebedrading (mogelijkheid 1)
b
Transmissiebedrading (mogelijkheid 2)
bedrading met kabelbinders aan de leidingisolatie.
c
Kabelbinder. In de fabriek geïnstalleerde
laagspanningsbedrading.
d
Kabelbinder.
(a)
Uitbreekopening vrijmaken. Sluit de opening af om te
voorkomen dat kleine dieren of vuil binnendringen.
RXYQQ8~20U7Y1B
VRV IV Q+-reeks warmtepomp
4P546229-1 – 2018.09
c
d
14~20 HP
c
c
c
d
A
b
a
(a)
(a)
. Bind de
8~12 HP
a
X1A
Bevestig op de aangegeven plastic beugels met behulp van het
lokaal te voorziene klemmateriaal.
a
Bedrading tussen units (binnen- en buitenunits) (F1/F2
links)
b
Interne transmissiebedrading (Q1/Q2)
c
Plastic beugel
d
Lokaal geleverde klemmen
6.8.6
Transmissiebedrading aansluiten
De bedrading van de binnenunits moet worden aangesloten op de
c
klemmen F1 / F 2 (In-Out) op de printplaat in de buitenunit.
Aanhaalmoment voor de schroeven van de klemmen van de
c
transmissiebedrading:
Schroefmaat
M3,5 (A1P)
Installatie met één buitenunit
d
A1P
F
F
F
F
Q
Q
F1
1
2
1
2
1
2
TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT TO MULTI UNIT
e
a
F1 F2
F1 F2
b
c
F1 F2
F1 F2
a
Printplaat buitenunit (A1P)
b
Gebruik de geleider van een mantelkabel (2-dradig) (geen
polariteit)
c
Klemmenstrook (lokaal te voorzien)
d
Binnenunit
e
Buitenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
14~20 HP
b
a b
Aanhaalmoment (N•m)
0,8~0,96
F2
F1
F2 Q1 Q2
d
F1 F2
F1 F2
c
d
35