6. Steek de handstukkabel in de ingang aan de achterkant van het handstuk. Let daarbij op
dat de bolletjes aan het uiteinde van de kabel en op het handstuk zich in elkaars verlengde
bevinden, zodat deze goed in elkaar passen.
7 Kies een draairichting door de bovenste of onderste aandrijfhendel te selecteren. Met de
onderste aandrijfhendel draait het opzetstuk rechtsom/voorwaarts F. Met de bovenste
aandrijfhendel draait het opzetstuk linksom/omgekeerd R. Door beide aandrijfhendels
tegelijk in te drukken, draait het opzetstuk afwisselend voorwaarts en omgekeerd
(oscillatiefunctie).
OPMERKING: De oscillatiefunctie is bedoeld om percutaan boren en fixeren te
vergemakkelijken door de kans dat weefsel in een draaiende boor, draad of pen vast komt
te zitten tot een minimum te beperken. Deze functie dient niet gebruikt te worden met
opzetstukken voor zagen, ruimen, snijden of pulslavage.
8. Test het instrument, met het chirurgisch accessoire ingebracht, in het steriele veld met 3
salvo's met een interval van 10 seconden, waarbij gecontroleerd wordt op indicaties van
ongelijkmatig geluid of trillingen. Ongelijkmatige knarsgeluiden kunnen een op handen
zijnde storing of oververhitting van het handstuk aangeven. Als zich ongelijkmatige
knarsgeluiden voordoen, retourneer het instrument dan voor onderhoud.
9. Controleer op overmatige hitte. Ter controle op oververhitting kan het handstuk gedurende
ca. 30 seconden worden getest. Controleer regelmatig de temperatuur van de kop van
het instrument. De temperatuur mag niet oncomfortabel worden bij aanraking met
gehandschoende vingers.
WAARSCHUWING: overmatige hitte is de meest waarschijnlijke oorzaak van letsel voor
patiënten. Elk elektrisch instrument kan oververhit raken, vooral het voorste gedeelte. Zelfs
normaal gebruik gedurende anders dan 1 minuut 'AAN', gevolgd door af laten koelen van het
handstuk tot kamertemperatuur, kan oververhitting van het systeem veroorzaken.
De volgende condities kunnen oververhitting of storing van het instrument veroorzaken:
chirurgisch gebruik, reiniging en sterilisatie kunnen om verschillende redenen destructief zijn
voor instrumenten:
• Bloedafzettingen, zoutoplossing en botfragmenten komen tijdens gebruik vaak in het
voorste gedeelte van het handstuk terecht. Zoutoplossing veroorzaakt corrosie en bloed
produceert restrictieve afzettingen.
• Herhaalde sterilisatie verwijdert vet van de lagers en laat minerale afzettingen achter
op bewegende delen. Periodiek onderhoud wordt aanbevolen ter vervanging van lagers,
afsluitingen en o-ringen.
• De kracht van snijprocedures veroorzaakt slijtage van lagers en oscillerende
mechanismen.
10. Het systeem is klaar voor gebruik.
7