INSTALLATIE EN BEDRIJF
Alle aardingskabels voor de potentiaalvereffening dienen als groen-geel gemarkeerde
kabel te worden uitgevoerd. Doorsnede ten minste 4 mm².
De potentiaalvereffening is een elektrisch geleidende verbinding van de vacuümgrijper via de
bedieningseenheid, hefslang, draaimodule, toevoerslang, het stoffilter, de ventilator/generator,
kraaninstallatie tot het door de klant aangebrachte aansluitpunt voor de potentiaalvereffening. Op
bewegende onderdelen dienen extra aardleidingen aangebracht te worden.
3.2.1 Stoffilter aarden
Het stoffilter is met 3 contactveren tussen filterpatroon en filterbehuizing
geaard.
1. Filterbehuizing openen.
2. Filterpatroon (6) plaatsen.
3. Aarding van het filterpatroon (6) naar de behuizing via 3 contactveren (6.1) waarborgen.
4. Deksel behuizing sluiten.
3.2.2 Vacuümslang aarden
De vacuümslangen zijn via de slangklemmen en draadspiralen geaard.
Neem ter voorbereiding de relevante instructies in de handleiding van het hijswerktuig in acht.
3.3
Slangen monteren
De aansluitingen van het filter zijn geoptimaliseerd voor de binnendiameters van de passende
vacuümslangen.
Voor de bevestiging van de slangen dienen de meegeleverde slangklemmen SSD (2) te worden
gebruikt.
3.4
Meten van de weerstand
Na het installeren de totale weerstand meten.
Neem hiervoor de instructies in de handleiding van het hijswerktuig in acht.
12 | NL
www.schmalz.com
6
6
6.1
30.30.01.01548/00