Montage
NL
10 Montage
Respecteer alle veiligheidsbepalingen en
X
waarschuwingen (zie „2 Veiligheid").
Neem de meegeleverde handleidingen van de
X
fabrikant in acht.
10.1
Algemene
montage-instructies
i
De stroomkabel moet door de klant ter
beschikking worden gesteld.
i
Het apparaat mag niet boven koelapparaten,
vaatwassers, fornuizen, ovens of was- en
droogmachines worden gemonteerd.
i
De legoppervlakken van de werkbladen en
wandafsluitlijsten moeten gemaakt zijn van
hittebestendig materiaal (tot ca. 100 °C).
i
Werkbladuitsparingen moeten met geschikte
middelen tegen vocht worden afgedicht
en eventueel van een warmteontkoppeling
worden voorzien.
i
De ingebouwde kookveldafzuiging mag niet
met andere kookvelden worden gebruikt.
Algemene montage-instructies voor kookvelden
i
Om het volledige prestatievermogen van
de kookvelden te garanderen, moet er voor
voldoende ventilatie onder de kookvelden
worden gezorgd.
i
Het prestatievermogen van de kookvelden
wordt beïnvloed of de kookvelden raken
oververhit wanneer de warme lucht onder de
kookvelden niet kan ontsnappen.
i
Bij oververhitting van een kookveld wordt
het vermogen automatisch verlaagd of het
kookveld volledig uitgeschakeld
(zie „6.6.6 Oververhittingsbeveiliging").
200
i
Indien er onder het apparaat een inlegbodem
voor kabelbescherming (tussenbodem) wordt
voorzien, mag deze de luchttoevoer niet te veel
belemmeren.
Zorg voor voldoende aanvoer van verse lucht
X
onder het kookveld.
10.1.1 Gelijktijdig gebruik van de
kookveldafzuiging in de variant
met luchtafvoer en een
kamerluchtafhankelijke
vuurhaard
i
Bij het aanleggen van de luchtafvoerleiding
moeten de door de overheid opgelegde
voorschriften en regionale wetten in acht
worden genomen.
i
Zorg ervoor dat er voldoende verse lucht
wordt aangevoerd.
Kamerluchtafhankelijke vuurbronnen (bijv. met gas,
olie, hout of kolen bediende verwarmingstoestellen,
doorstroomverwarmers, warmwaterbereiders)
halen verbrandingslucht uit de kamer waar ze zijn
opgesteld en leiden de uitlaatgassen door een
uitlaatgasinstallatie (bijv. schouw) naar buiten.
Bij gebruik met luchtafvoer onttrekt het
afzuigsysteem kamerlucht aan de ruimte waar
de installatie is opgesteld en aan de aanpalende
ruimten. Zonder voldoende aanvoer van verse
lucht ontstaat er een onderdruk. Giftige gassen uit
de schouw of het afzuigkanaal worden weer in de
woonruimten gezogen.
Afb. 10.1 Montage met luchtafvoer – niet
toegestaan
www.bora.com