kruisdraad op het beoogde punt te plaatsen en dan op de "Del" toets te
drukken. Vanuit dit nulpunt worden de frequentie- en spanningswaarden
gemeten. Door de "Ins" toets in te drukken kan het offsetniveau ingesteld
worden.
Door nogmaals op de "Ins" toets te drukken kunnen er weer metingen
met de kruisdraad uitgevoerd worden. Door de muiscursor op de kruis-
draad te plaatsen en de linkermuisknop in te drukken, kan de kruisdraad
worden verschoven (de muiscursor verdwijnt). De kruisdraad kan nu
worden verplaatst door de muis te verplaatsen. De linkermuisknop moet
ingedrukt blijven tijdens het verplaatsen.
Keuzemenu measure (device: spectrum)
Door het keuzemenu MEASURE te activeren wordt het sampleproces
gestart. Op het beeldscherm komt de mededeling "MEASURING, PLEA-
SE WAIT ... " te staan. Na het sampleproces wordt het spectrum door
middel van FFT uitgerekend en komt de mededeling "CALCULATE
SPECTRUM 1, PLEASE WAIT ... (Esc; Exit)" op het beeldscherm. Zijn er
door middel van het keuzemenu AVERAGE meerdere berekeningen
ingesteld, dan wordt de eerste mededeling weer op het beeldscherm
vertoond en daarna de tweede.
Keuzemenu hold->fft (device: spectrum)
Door het keuzemenu HOLD->FFT te activeren, wordt het spectrum
berekend van de eerste 1024 meetpunten van het signaal, dat is gemeten
met het device HOLD. De frequentie-as en de spanningsassen worden
aangepast aan de waarde van het device HOLD.
Keuzemenu mode (device: live/hold/spectrum/trans)
Zie oscilloscoop.
Keuzemenu ch1 set (device: live/hold/spectrum/trans)
Zie oscilloscoop.
De vijfde keuze, dB/LINEAR, is voor het instellen van de amplitude-as. In
de stand LINEAR wordt het spectrum in een lineaire amplitude-as weer-
26
Hoofdstuk 3