Dit keuzemenu is ook te activeren door middel van de "Esc" toets of de
rechtermuisknop (er mag dan geen ander keuzemenu actief zijn).
Bij het opstarten van het programma kunnen LIVE, HOLD, SPECTRUM,
VOLT en TRANS als parameter meegegeven worden. Het programma
komt dan na het opstarten in het desbetreffende DEVICE terecht. Instel-
lingen van het DEVICE kunnen worden opgegeven door middel van de
SET file, zie: keuzemenu SETTINGS, keuze SAVE.
Voorbeeld: TP112 VOLT TP112.SET maakt de voltmeter actief met de
instellingen zoals in de file TP112.SET is aangegeven. (Voor het maken
van een .SET file, zie: keuzemenu SETTINGS, keuze SAVE.)
keuzemenu settings (device: live/hold/spectrum/volt/trans)
Door het keuzemenu SETTINGS te activeren verschijnt er een popup-
menu, waarin 8 keuzen worden getoond, namelijk: SAVE, RESTORE,
DEFAULT DIRECTORY, DEFAULT TP112 PORT, DEFAULT PRINTER
PORT, SET PRINTER TYPE, SET DATAFILE TYPE en SET USER TEXT.
Wanneer een EGA/VGA-kleurenscherm aanwezig is, komen er twee
keuzen bij, namelijk: SET COLOURS en COLOUR/BLACK AND WHITE
MONITOR.
De keuze SAVE heeft tot gevolg dat alle instellingen van de 5 meetin-
strumenten worden bewaard in een op te geven file. De file heeft stan-
daard de extensie "SET". Bij het opstarten van het programma kan deze
file ook als parameter worden opgegeven.
De keuze RESTORE heeft als gevolg dat een opgeslagen instelling, door
SAVE, teruggehaald kan worden.
Met de keuze SET DATAFILE TYPE kan het filetype, waarmee de data op
disk wordt opgeslagen, worden ingesteld. Als de keuze BYTE is gekozen
bestaat de datafile uit records van 4 bytes (byte 1 en 2 zijn de waarde van
kanaal 1 en byte 3 en 4 van kanaal 2).
Als de keuze ASCII is gekozen bestaat de datafile uit een ascii-file van 4
kolommen, gescheiden door een komma. Kolom 1 is het samplenum-
mer, kolom 2 de sampletijd, kolom 3 de spanningswaarde van kanaal 1 en
kolom 4 de spanningswaarde van kanaal 2.
OSCILLOSCOOP (device: live/hold)
23