in combinatie met de "Shift" toets. De toetsen "+" en "-" dienen om de
stapgrootte groter (+) of kleiner (-) te maken.
Opstarten van het programma
Als eerste en belangrijkste handeling moet u een reservecopie van de
software maken. De diskette bevat de files TP112.EXE (het programma),
TP112.FNT (de fontfile voor het printen), TP112_NL.HLP (de Neder-
landse helpfile), TP112_NL.INF (een informatiefile voor de helpfile) en
TP112.DEF (in deze file worden de posities van de popup-menu's en de
instellingen van het keuzemenu SETTINGS bewaard).
Het opstarten van het programma is zeer eenvoudig en gaat als volgt:
Geef het volgende commando: TP112 par1 par2.
De parameters par1 en par2 hebben de volgende betekenis:
par1 :
Geeft het device aan, dat actief wordt tijdens het opstarten van
het programma. Voor par1 kan worden opgegeven:
LIVE
HOLD
SPECTRUM :
VOLT
TRANS
par2 :
Geeft de filenaam aan van de instrumentinstelling (zie voor het
bewaren en opvragen van instrumentinstellingen: keuzemenu
SETTINGS).
Voorbeeld; TP112 trans b:TP112.set betekent dat het meetinstrument
transiënt recorder actief wordt met de instellingen van de file b:TP112.set.
Het opgeven van een niet correcte instrumentnaam of filenaam wordt
genegeerd. De parameters par1 en par2 mogen in volgorde worden
verwisseld, maar moeten worden gescheiden door een spatie.
Wanneer de parameters par1 en par2 niet worden opgegeven bij het
opstarten van het programma, wordt het device LIVE met de standaard-
instellingen actief.
Voor het installeren van de software op een harde schijf kunnen alle files
van de programmadiskette naar de harde schijf gecopieerd worden. Na
het opstarten van het programma kunnen de "DEFAULT DIRECTORIES"
SOFTWARE
:
Meetinstrument oscilloscoop.
:
Meetinstrument geheugen-oscilloscoop.
Meetinstrument spectrum analysator.
:
Meetinstrument true RMS voltmeter.
:
Meetinstrument transiënt recorder.
11