OMGEVING
Zorg ervoor dat de installatielocatie voldoet aan de volgende
voorwaarden:
Plaats de printer niet in een hete, vochtige, stoffige of slecht
l
geventileerde omgeving. Wanneer de printer te lang wordt
blootgesteld aan deze slechte omstandigheden, kan dit
resulteren in brand of elektrische schokken.
Temperatuurbereik 10 tot 32°C, vochtigheidsbereik 15 tot
l
85% (geen condens). De vochtigheid moet 70% of minder zijn
bij 32°C en de temperatuur moet 28°C of minder zijn bij een
vochtigheid van 85%.
Plotselinge schommelingen in de temperatuur kunnen de
afdrukkwaliteit beïnvloeden. Snelle verwarming van een koude ruimte
of verplaatsing van de printer van een ruimte met lage vochtigheid/
temperatuur naar een ruimte met hoge vochtigheid/temperatuur, kan
condens veroorzaken in de printer, waardoor de afdrukkwaliteit
afneemt. Wanneer condensatie optreedt, laat u de printer minimaal
één uur acclimatiseren in de ruimte voordat u de printer gebruikt.
Plaats de printer niet in direct zonlicht.
l
Plaats de printer niet in de directe tocht van een
l
airconditioning of verwarming.
OPMERKING
INSTALLATIE- EN VERPLAATSINGSPROCEDURE > 14