Vereiste bron- en CV zijdig debiet
Op grond van het werkelijk geleverde vermogen en de gewenste T in de installatie kunnen de
vereiste debieten worden bepaald.
Het temperatuur verschil tussen bron-in en bron-uit bedraagt bij voorkeur 3 tot 4 K.
De warmtepomp levert zo zijn optimale prestaties,
De warmte wordt zo gelijkmatig aan de bodem onttrokken.
Het verdient aanbeveling om de T tussen CV-aanvoer en -retour in de CV installatie te
ontwerpen op ca. 5 K.
Het COP van de warmtepomp is immers sterk afhankelijk van de hoogte van de CV-
aanvoer temperatuur, dus hoe lager de temperatuur hoe hoger het COP.
Op deze manier wordt de temperatuur in het vloerverwarming systeem zo gelijkmatig
mogelijk verdeeld, waardoor een optimaal comfort ontstaat.
De maximale T mag niet groter zijn dan 15 K. Bij deze waarde dient de stooklijn al met ten
minste 5 °C verhoogd te worden om pendelen te voorkomen.
Bron- en CV zijdig maximaal toelaatbare weerstand
Met behulp van de beschikbare restopvoerhoogte bij de vereiste debieten kan de maximale
toelaatbare weerstand in het bron- en CV-systeem worden bepaald.
Deze informatie is noodzakelijk om de Bron- en CV-installatie te kunnen berekenen.
De opgave van het drukverschil over het toestel is verplicht volgens het Kwaliteitskeur
warmtepompen. In de praktijk is deze waarde vanwege de geïntegreerde CV- en Bronpomp niet
zo zinvol.
INSTALLATIEHANDLEIDING
54
ATAG E
NERGION WARMTEPOMPEN