Overige oorzaken voor storingen zonder foutcode
Kamerthermostaat niet ingeschakeld, kamerthermostaat defect of bedrading naar de
30
warmtepomp niet in orde. Controleer door rechtstreeks op het aansluitblok van de
warmtepomp de kamerthermostaat ingang door te verbinden.
De maximale CV-aanvoertemperatuur instellingen S06 en S07 staan te laag of de instelling
31
van de buitentemperatuur (Tamb) waarboven de verwarming niet inkomt S08 staat te laag.
Controleer ook de buitentemperatuur V09.
De bron is relatief koud en de bron uit temperatuur komt af en toe onder de ingestelde
32
waarde, af en toe zal foutcode 60 verschijnen, welke automatisch weer verdwijnt zodra de
bron weer wat opwarmt.
De driewegklep van de koelunit is blijven hangen in de stand koeling, daardoor wordt de
33
opgewekte warmte direct weer weggekoeld. Controleer de bedrading of neem de klepmotor
tijdelijk los, dan wordt de koeling uitgeschakeld.
De driewegklep van de boiler is blijven hangen in de stand boiler, daardoor wordt de
34
opgewekte warmte wordt aan de boiler geleverd. Controleer de bedrading of neem de
klepmotor tijdelijk los, dan wordt altijd de woning verwarmd.
Het vermogen van de warmtepomp kan onvoldoende zijn om bij extreem koud weer de
woning snel enkele graden op te warmen, bij S03 kan ingesteld worden onder welke
buitentemperatuur (Tamb.) het elektrisch hulpelement mag bijkomen. Bij S15 kan een tijd
35
ingesteld worden waarna dit element mag inkomen. Door deze op b.v. 2 uur te zetten zal de
warmtepomp voortaan automatisch in dit soort gevallen het elektrisch hulpelement
inschakelen.
De driewegklep van de boiler is blijven hangen in de stand woningverwarming, daardoor
36
wordt de opgewekte warmte aan de woning geleverd. Controleer de bedrading of druk de
witte pal de klepmotor tijdelijk in, dan wordt de boiler verwarmd.
De bedrading van de driewegklep is niet goed aangesloten op de meest rechter stekker K8
37
onder het aansluitdeksel, blauw is de Nul, zwart direct daarboven L', bruin daar weer boven
de L''.
De driewegklep van de boiler zit verkeerd om (A naar boiler, B naar de woning), voor nood
38
kunnen de L' en L'' in de stekker in de regelunit omgedraaid worden.
Controleer de instelling van de boilertemperatuur S22 van 55 °C is een normale
39
temperatuur.
De afstand tot het tappunt is groot en de warmwaterleiding is in de vloer weggewerkt, in dit
40
geval kan boiler S22 tot maximaal 58 °C worden ingesteld.
De instellingen voor koeling zijn niet correct, controleer S17 de buitentemperatuur
41
waaronder de koeling niet ingeschakeld zal worden.
De driewegklep van de koelunit schakelt niet om vanuit de stand verwarming. Controleer of
de kabel vanaf de koelunit driewegklep naar de rechter zijde van de regelunit loopt. Druk de
42
witte pal op de klepmotor tijdelijk in, als dan de koeling wordt ingeschakeld is de bedrading
of de driewegklep defect.
De condensor is bevroren. Stel parameter S30 hoger in.
43
INSTALLATIEHANDLEIDING
48
ATAG E
NERGION WARMTEPOMPEN