Kennismaking met de OpenStage
Lijntoetsen (alleen bij MultiLine)
Op een MultiLine-toestel fungeren de vrij programmeerbare sensortoet-
sen als lijntoetsen. Elke toets waarvoor de functie "Lijn" is geprogram-
meerd, is bedoeld voor een lijn. Er kunnen dus op de OpenStage 80
maximaal 9 en op de OpenStage 60 maximaal 8 lijnen worden ingesteld.
Men onderscheidt hoofd-, neven- en fantoomlijn. Elk van deze lijntypen kan
privé of gemeenschappelijk worden gebruikt
Hoofdlijn
Elk MultiLine-toestel heeft een hoofdlijn. Deze lijn is in het algemeen be-
reikbaar via uw openbare telefoonnummer. Inkomende oproepen op uw
telefoonnummer worden op deze lijn gesignaleerd.
Nevenlijn
Een nevenlijn op uw toestel wordt door iemand anders in het LAN als
hoofdlijn gebruikt. Tegelijkertijd is uw hoofdlijn die op een ander toestel in
het LAN is ingesteld, daar de nevenlijn.
Fantoomlijn
Een fantoomlijn wordt door geen enkel toestel in het LAN als hoofdlijn ge-
bruikt. Dit is bijvoorbeeld het geval als een communicatiesysteem meer lij-
nen kan aanbieden dan er toestellen beschikbaar zijn.
22
Om conflicten tussen de verschillende MultiLine-toestellen te voor-
komen, kunnen de functies "Niet storen" en "Oproepomleiding" al-
leen worden gebruikt voor de hoofdlijn.
pagina 23.