Reinigen
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^ Reinig alle luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen regelmatig met een
borsteltje of een stofzuiger. Afzettin-
gen van stof verhogen het stroomver-
bruik.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Daardoor wordt de deur-
dichting na verloop van tijd poreus.
^ Reinig de deurdichting regelmatig
uitsluitend met schoon water en
droog ze daarna grondig met een
doek.
34
Na het reinigen
^ Schuif alle glasbodems in het toestel.
^ Sluit de toesteldeur.
^ Sluit het toestel weer aan en schakel
het in.
^ Schakel de functie "SuperFrost" in,
zodat de vrieszone snel koud wordt.
^ Schuif de vriesladen met de levens-
middelen in de vrieszone.
^ Schakel de functie "SuperFrost" uit
door op de "SuperFrost"-toets te
drukken, zodra er een constante tem-
peratuur van minstens -18 °C in de
vrieszone is bereikt.