3. De projector gebruiken via een netwerk
3.
Dubbelklik op het pictogram van "Network Utility" op de computer.
Network Utility wordt geopend.
4.
Klik op het tabblad [Netwerkverbinding].
Zoeken naar projector wordt gestart. Als er niet automatisch naar de projector wordt gezocht, klikt
u op [Bijwerken].
5.
Selecteer een projector waarmee u verbinding wilt maken bij [Selecteer de te gebruiken
projectors (projectie beschikbaar op max. 4 apparaten):].
Als u het IP-adres van de projector handmatig in wilt voeren, selecteer dan [Verbinden via
handmatige invoer] en voer het IP-adres in.
6.
Selecteer de projectiemethode.
7.
Als u [Afbeeldingbestand projecteren] heeft geselecteerd, geef dan het bestand op dat
geprojecteerd moet worden.
8.
Klik op [Proj. start.].
Het computerscherm of het geselecteerde bestand wordt geprojecteerd.
• Om Network Utility te sluiten, selecteert u [Afsluiten] of klikt u op [ ] om het venster af te sluiten.
Instellingen op een USB-geheugenkaart
De gegevens van de instellingen voor de draadloze LAN kunnen tussen de computer en projector
gedeeld worden met een USB-geheugenkaart. Dit is handig als u meerdere apparaten tegelijkertijd wilt
instellen.
De gegevens van de instellingen voor de wireless LAN worden op de USB-geheugenkaart opgeslagen.
Er zijn twee methoden hiervoor: 1. Kopieer de computerinstellingen naar de projector, 2. Kopieer de
projectorinstellingen naar de computer.
De instellingen van de computer naar de projector kopiëren
1.
Steek de USB-geheugenkaart in de USB-poort van de computer.
2.
Dubbelklik op het pictogram van "Network Utility".
Network Utility wordt geopend.
3.
Klik op [Menu].
4.
Klik op [Instellingen op USB-geheugen schrijven].
5.
Klik op [Uitvoeren] in [Instellingsinformatie kopiëren].
De instellingen van de draadloze LAN van de computer worden op het scherm weergegeven.
66