Als beheerdersverificatie is ingesteld, dient er een wachtwoord te worden ingevoerd als de
volgende items worden gewijzigd: [Verzending WEP-sleutelnummer], [Netwerksleutel], [PJLink-
verificatie], [PJLink-wachtwoord], [Beheerdersverificatie] of [Beheerderswachtwoord] en bij het
importeren of verwijderen van apparaatcertificaten. Er is ook een wachtwoord vereist bij het
bedienen van de projectorsterkte via een netwerk.
• Beheerdersverificatie
Selecteer of beheerdersverificatie moet worden ingesteld.
Standaardinstelling: [Uit]
• Aan
• Uit
• Beheerderswachtwoord
Voer het beheerderswachtwoord in met maximaal 32 tekens.
Projectieserver
Geef de functies van de projectieserver op.
• Projectie door projectieserver valideren
Selecteer of de functies van de projectieserver ingeschakeld dienen te worden.
Standaard: [Uitschakelen]
• Inschakelen
• Uitschakelen
• Server-URL
Voer de hoofd-URL van de server in waarop de bestanden zijn opgeslagen die met de
functies van de projectieserver moeten worden geprojecteerd. Voer maximaal 128 tekens in.
• Indexbestand
Voer de naam van het indexbestand in op de projectieserver. Voer maximaal 31 tekens in.
• HTTP proxy-servergebruik
Selecteer of er een proxy-server gebruikt moet worden.
Standaard: [Nee]
• Ja
• Nee
• Toegangsbeperkingtype
Selecteer of het invoerscherm voor het toegangsnummer moet worden weergegeven als u de
projectieserver opent.
Selecteer [Toegangsnummer] als toegang naar de projectieserver door een toegangsnummer
beperkt is.
Standaard: [Geen]
Netwerk-/USB-instellingen-menu
109