10. Configureer het geheugen ("Geheugen configureren" op pagina 115).
11. Controleer de lampjes van de geheugenkaart ("Onderdelen en lampjes van de
geheugenkaart" op pagina 12) om er zeker van te zijn dat de geheugenkaart
goed functioneert.
Geheugen configureren
Bij de configuratie van het geheugen van de server wordt zowel hardware als
software geconfigureerd.
U configureert het geheugen als volgt:
1. Installeer de juiste hoeveelheid geheugen voor de gewenste AMP-stand.
Voor een lijst met AMP-opties, raadpleegt u het gedeelte "Geheugenopties"
(op pagina 95). Raadpleeg "Algemene vereisten voor de
geheugenconfiguratie" (op pagina 96).
2. Test de DIMM's voor alle AMP-standen, behalve Advanced ECC
(Geavanceerd ECC), voordat u de AMP-stand in het hulpprogramma RBSU
configureert. De twee testmethoden zijn:
−
−
3. Selecteer de AMP-stand (zie "AMP-stand selecteren" op pagina 117).
POST-geheugentest (op pagina 116)
diagnostische test in het ROM ("ROM-diagnose" op pagina 116)
OPMERKING: Als de totale hoeveelheid geheugen is gewijzigd, wordt
de POST-geheugentest automatisch uitgevoerd. Het is niet nodig
verdere geheugentests uit te voeren.
Geheugen
115