Attention !
Indien de kachel niet gebruikt wordt zoals voorgeschreven in
deze handleiding wijst de fabrikant elke verantwoordelijkheid af
in geval van materiele of lichamelijke schade toegebracht aan
personen , dieren of zaken. Bovendien wijst de fabrikant elke
verantwoordelijkheid af in geval van schade aan personen en
zaken te wijten aan het niet naleven van de regelingen die in dit
boek vermeld staan zoals :
.
Alle maatregelen en/of nodige voorzorgen te nemen tijdens de
onderhoudswerken, kuisen en herstelling.
.
De veiligheidsinrichtingen niet bijregelen .
.
De veiligheidsinrichtingen niet verwijderen.
.
De kachel aansluiten aan een degelijk rookafvoerkanaal..
.
Voorafgaand controleren als het lokaal waar de kachel zal
geïnstalleerd worden voldoende verlucht is.
Beschrijving van de alarmfases
4.10.1.
De kachel is uitgerust met een geïnformatiseerd kontrolesysteem ; in
geval van onregelmatigheid in de werking zal de gebruiker via het LCD
(8) scherm geïnformeerd worden over de oorzaak en de ernst van de
panne.
Op de volgende tabel worden de belangrijkste alarmfases vermeld :
Melding op het
scherm (8)
ALARME
Verstopping van het rookafvoerkanaal of tegendruk
veroorzaakt door de wind van buitenaf.
OBSTRUC.
FUMEES
ALARME
Snelheid van de ventilator te klein.
VENTILAT
De ventilator van de rookafvoer is geblokkeerd.
FUMEES
ALARME
De sonde voor rookafvoer is in kortsluiting.
SONDE FUMEES
ALLARME
De veiligheid die het reservoir van de pellets kontroleert is
in werking. Een oververhitting te wijten aan een slecht
TEMPERAT
functioneren is de oorzaak
GRANULES
Dit gebeurt als de temperatuur van de rookgassen te lang
ALLARME
boven de 180°C blijft.
NO ALLUMAGE
Dit bericht verschijnt als de eerste poging tot aansteken
ALLARME
mislukt.
TEMPERAT
FUMEES
Dit bericht verschijnt als de kachel uitgaat en als de
ALLARME
temperatuur
NO FLAMME
geprogrammeerde drempel daalt.
Werking
PELLETKACHEL
INSTALLATIEHANDLEIDING en GEBRUIKSAANWIJZING
Probleem
van
de
rookgassen
Oplossing
Over de ganse lengte het rookafvoerkanaal kontroleren en
kuisen of nazien of de wind de rookafvoer belemmert
(eventueel een kap anti-valwind installeren)
Nazien of de ventilator niet vertraagd word door vuil.
Indien na reinigen het probleem blijft de ventilator
vervangen.
De sonde voor rookafvoer vervangen.
De parameters voor de gebruikte dosering controleren.
De kachel werd te lang op maximum vermogen gebruiktL
De binnenkant van de warmtewisselaar kuisen en de
kachel minder lang op maximum vermogen laten
functioneren. Kontroleer ook de kwaliteit van de pellets.
Indien het gaat om een eerste aansteking, het niveau van
de pellets in het reservoir kontroleren en nogmaals
proberen de kachel aan te steken.
De ontstekingskaars nazien.
Het doven van de vlam wordt veroorzaakt door een
beneden
de
vervuiling of indien er geen pellets meer aanwezig zijn in
het reservoir
Technische Dienst – Alle rechten voorbehouden Sté MCZ SPA – ©
Copyright
Hoofdstuk
42
Pagina
ALARME
NO
FLAMME
4