3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
"9.4.4 Stelmotoren proefdraaien" op
4 Ga tijdens het proefdraaien van de pomp naar
Sensoren.
5 Selecteer de waterdebietgegevens. Tijdens het
testen/proefdraaien kan de unit onder het vereist
minimumdebiet werken.
6 Wijzig de instelling van de omloopklep om het
minimum vereiste debiet + 2 l/min te bereiken.
Aanbevolen procedure voor de primaire zone
INFORMATIE
De pomp van de secundaire zone zorgt dat het minimum
debiet voor een correcte werking van de unit is
gegarandeerd.
1 Controleer naargelang de hydraulische configuratie
welke ruimteverwarmingslussen kunnen gesloten
worden door mechanische, elektronische of andere
kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen
worden gesloten (zie vorige stap).
3 Maak een thermoaanvraag aan voor enkel de
primaire zone.
4 Wacht 1 minuut tot wanneer de unit zich heeft
gestabiliseerd.
5 Indien de secundaire pomp nog steeds werkt (de
groene LED op de rechtse pomp is AAN), verhoog
het debiet tot de secundaire pomp niet meer werkt
(LED is UIT).
6 Ga naar [8.4.A]: Informatie > Sensoren > Debiet.
7 Wijzig de instelling van de omloopklep om het
minimum vereiste debiet + 2 l/min te bereiken.
Minimum nodig waterdebiet
20 l/min
9.4.2
De ontluchtingsfunctie
Het is heel belangrijk dat bij de inbedrijfstelling en de installatie van
de unit alle lucht uit het watercircuit wordt verwijderd. Als de
ontluchtingsfunctie aan het werken is, werkt de pomp zonder dat de
unit eigenlijk werkt en zal het ontluchten van het watercircuit
beginnen.
OPMERKING
Vooraleer te ontluchten, open de veiligheidskraan en
controleer of het circuit met voldoende water is gevuld. U
kunt de procedure voor het ontluchten pas beginnen
wanneer er water uit de kraan stroomt wanneer u ze
geopend hebt.
Er zijn 2 standen om te ontluchten:
▪ Handmatig: de unit werkt met een vaste pomp en in een vaste of
een aangepaste stand van de 3-wegklep. De aangepaste stand
van de 3-wegklep is erg handig om alle lucht uit het watercircuit te
verwijderen in de stand ruimteverwarming of opwarmen van het
tapwater. Zowel het circuit van de ruimteverwarming als dat van
het warm tapwater moeten worden ontlucht. De werksnelheid van
de pomp (traag of snel) kan ook ingesteld worden.
▪ Automatisch: de unit wijzigt automatisch de snelheid van de pomp
en schakelt de stand van de 3-wegklep om tussen de stand
ruimteverwarming en de stand opwarmen van het tapwater.
EPGA11~16DAV3 + EAVZ16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556075-1 – 2019.02
—
pagina 74).
—
—
—
—
—
—
—
INFORMATIE
Voor zowel manuele als automatische ontluchting, wordt 1
temperatuurzone ontlucht bij elke nieuwe ontluchting. Om
de andere temperatuurzone te ontluchten moet u de
ontluchtingsfunctie herstarten. Wanneer u een ontluchting
voor het eerst uitvoert, wordt de hoofdtemperatuurzone
ontlucht.
Typische werkstroom
Het systeem ontluchten bestaat uit het volgende:
1
Een manuele ontluchting uitvoeren voor beide zones
2
Een automatische ontluchting uitvoeren voor beide zones
INFORMATIE
Begin eerst handmatig te ontluchten. Wanneer haast alle
lucht is verwijderd, ontlucht dan automatisch. Indien nodig,
herhaal het automatisch ontluchten tot wanneer u zeker
bent dat alle lucht uit het systeem werd verwijderd. Tijdens
de ontluchtingsfunctie is beperking [9‑0D] van de
pompsnelheid NIET van toepassing.
De ontluchtingsfunctie stopt automatisch na 30 minuten.
Handmatig ontluchten
INFORMATIE
Wanneer u de primaire zone ontlucht, moet u ervoor
zorgen dat het instelpunt voor de primaire zone minstens
5°C hoger is dan de watertemperatuur in de unit.
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 40.
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Stel in het menu Type = Handmatig.
4 Selecteer Ontluchting starten.
5 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het zal
automatisch stoppen wanneer de ontluchtingscyclus
is voltooid.
6 Tijdens de handmatige bediening kunt u de
gewenste pompsnelheid wijzigen. De stand van de
3-wegklep moet worden verplaatst tussen
ruimteverwarming en warm tapwater. Om de
instellingen tijdens het ontluchten te wijzigen, opent
u het menu en gaat u naar Instellingen.
▪ Scroll naar Circuit en stel in op Ruimte/Sanitair
warmwatertank .
▪ Scroll naar Pompsnelheid en stel in op Laag/
Hoog.
7 Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
INFORMATIE
Voor zowel manuele als automatische ontluchting, wordt 1
temperatuurzone ontlucht bij elke nieuwe ontluchting. Om
de andere temperatuurzone te ontluchten moet u de
ontluchtingsfunctie herstarten. Wanneer u een ontluchting
voor het eerst uitvoert, wordt de hoofdtemperatuurzone
ontlucht.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
9 Inbedrijfstelling
—
—
73