Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin Altherma EPGA11DAV3 Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur pagina 49

Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma EPGA11DAV3:
Inhoudsopgave

Advertenties

OPMERKING
▪ Wanneer
de
aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moeten
ook
alle
gewenste
aangepast worden, zodat ze binnen de grenswaarden
blijven.
▪ Zorg steeds voor een evenwicht tussen de gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur en/of de capaciteit (in functie van de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers). De
gewenste aanvoerwatertemperatuur is het resultaat
van verschillende instellingen (voorgeprogrammeerde
waarden,
omschakelwaarden,
curven, aanpassing). Bijgevolg kunnen te hoge of te
lage aanvoerwatertemperaturen overtemperaturen of
gebrek aan capaciteit veroorzaken. Door het bereik van
de
aanvoerwatertemperaturen
geschikte waarden (afhankelijk van de warmteafgever)
kunnen dergelijke situaties vermeden worden.
Voorbeeld: Stel de minimumaanvoerwatertemperatuur in op 28°C
om te vermijden dat de kamer NIET opgewarmd kan worden:
aanvoerwatertemperaturen MOETEN voldoende hoger zijn dan de
kamertemperaturen (in verwarming).
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[2.8.1]
[9-01]
Minimum instelpunt verwarming
15°C~37°C
[2.8.2]
[9-00]
Maximum instelpunt verwarming
▪ [2‑0C]=2 (type afgever primaire zone =
radiator)
37°C~60°C
▪ Anders: 37°C~55°C
[2.8.3]
[9-02]
Minimum instelpunt koeling 5°C~18°C
[2.8.4]
[9-03]
Maximum instelpunt koeling 18°C~22°C
Bediening
Er zijn 3 mogelijkheden om de unit te regelen:
Regeling
Vertrekwater
De unit werkt op basis van de
aanvoerwatertemperatuur, ongeacht de
werkelijke kamertemperatuur en/of de vraag
om de kamer te verwarmen of af te koelen.
Externe
De unit werkt op basis van de externe
kamerthermostaat
thermostaat of soortgelijk (bijv.
warmtepompconvector).
Kamerthermostaat De unit werkt op basis van de
omgevingstemperatuur van de
gebruikersinterface die wordt gebruikt als
kamerthermostaat.
EPGA11~16DAV3 + EAVZ16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556075-1 – 2019.02
bereiken
voor
de
aanvoerwatertemperaturen
met
de
gewenste
weersafhankelijke
te
beperken
tot
Beschrijving
Bij deze regeling...
#
Code
[2.9]
[C‑07]
▪ 0: Vertrekwater
▪ 1: Externe kamerthermostaat
▪ 2: Kamerthermostaat
Thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling.
De volgende combinaties zijn mogelijk om de unit te bedienen (niet
van toepassing wanneer [C‑07]=0):
Wanneer [C‑07]=2 (Best. kmrthrmst)
Gebruikersinterface
Gebruikersinterface
aan de binnenunit
die als
kamerthermostaat in
de primaire zone
gebruikt wordt
Wanneer [C‑07]=1 (Bst xt kmrthrms)
Gebruikersinterface
Externe
aan de binnenunit
kamerthermostaat
voor de primaire zone
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. De vorstbescherming kamer is echter
alleen
mogelijk
als
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface van
de unit is INgeschakeld.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
Beschrijving
Externe
kamerthermostaat
voor de secundaire
zone
Externe
kamerthermostaat
voor de secundaire
zone
de
regeling
van
de
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave