Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan
rechtstreekse zeewind wordt blootgesteld.
▪ Hoogte van afscherming tegen wind≥1,5×hoogte van buitenunit
▪ Let bij de installatie van de afscherming tegen de wind op de
vereisten inzake de serviceruimte.
a
d
c
a
Zeewind
b
Gebouw
c
Buitenunit
d
Afscherming tegen wind
De buitenunit is ontworpen om alleen buiten geïnstalleerd te worden
en bij de volgende omgevingstemperaturen:
Stand Koeling
Stand Verwarming
Speciale vereisten voor R32
De buitenunit bevat een intern koelmiddelcircuit (R32), maar u hoeft
GEEN ter plaatse te voorziene koelmiddelleidingen te leggen of
koelmiddel bij te vullen.
Houd rekening met de volgende vereisten en voorzorgsmaatregelen:
WAARSCHUWING
▪ Niet doorboren of verbranden.
▪ Gebruik
GEEN
andere
manieren om het ontdooien te versnellen dan die
aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.
WAARSCHUWING
Stel het toestel zo op dat mechanische schade wordt
voorkomen
en
in
ontstekingsbronnen zijn die doorlopend werken (zoals
open vuur, een gastoestel of elektrische verwarming die
aanstaat enz.).
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten
overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de
geldende
wetgeving
gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen
worden uitgevoerd.
6.2.2
Bijkomende vereisten inzake de
installatieplaats van de buitenunit in
koude klimaten
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat
de buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.
EPGA11~16DAV3 + EAVZ16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556075-1 – 2019.02
d
c
b
10~43°C
–28~35°C
schoonmaakmiddelen
een
kamer
waar
er
geen
(bijvoorbeeld
de
nationale
c
a
Afdakje tegen de sneeuw
b
Voetstuk
c
Belangrijkste windrichting
d
Luchtuitlaat
Voorzie in ieder geval minstens 150 mm vrije ruimte onder de unit.
Zorg daarbij ervoor dat de unit minstens 100 mm boven de
maximale sneeuwhoogte staat. Zie
pagina 26
voor meer informatie.
In streken met heftige sneeuwval is het belangrijk om een
installatieplaats te selecteren waar de sneeuw GEEN invloed heeft
op de unit. Wanneer de sneeuw zijwaarts kan vallen, zorg ervoor dat
de spoel van de warmtewisselaar NIET door de sneeuw gehinderd
kan worden. Indien nodig, monteer een afdakje tegen de sneeuw en
een voetstukje.
6.2.3
Vereisten inzake de plaats waar de
of
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
▪ De binnenunit is ontworpen om alleen binnen geïnstalleerd te
worden en bij de volgende omgevingstemperaturen:
▪ Ruimteverwarming: 5~30°C
▪ Ruimtekoeling:
EKHVCONV2-kit)
▪ Productie van warm tapwater: 5~35°C
▪ Het maximum toegestane hoogteverschil tussen de binnenunit en
de tank ten opzichte van de buitenunit bedraagt 10 m
▪ De maximum leidinglengte tussen de binnenunit en de buitenunit
bedraagt 50 m.
▪ Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake de benodigde
ruimte:
≥500
6 Voorbereiding
a
c
b
"7.3 De buitenunit monteren" op
5~35°C
(alleen
in
combinatie
≥600
(mm)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
met
19