6 Voorbereiding
A
2,4
2,1
1,8
1,5
1,2
1
0,9
0,6
0,3
20
70
120
140
A
Voordruk (bar)
B
Maximum watervolume (l)
Water
Water+glycol
Voorbeeld: het maximum watervolume en de voordruk in het
expansievat
Hoogteversc
hil
≤200 l
(a)
installatie
≤7 m
De voordruk moet niet
bijgeregeld worden.
>7 m
Doe het volgende:
▪ Verhoog de voordruk
volgens het vereiste
hoogteverschil van de
installatie. De voordruk
moet
met
verhoogd worden voor
elke meter boven 7 m.
▪ Controleer
watervolume
groter
is
dan
maximum toegestaan
watervolume.
(a)
Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van
het watercircuit en de binnenunit. Als de binnenunit zich op
het hoogste punt van de installatie bevindt, bedraagt de
installatiehoogte 0 m.
Minimum debiet
Controleer voor elke zone afzonderlijk of het minimum debiet in de
installatie gegarandeerd is in alle omstandigheden. Dit minimum
debiet is vereist tijdens ontdooien/back-upverwarming. Gebruik
daartoe de overdrukomloopklep die bij de unit is geleverd.
OPMERKING
Om de juiste werking te garanderen is het aangeraden
over een minimaal debiet van 28 l/min te beschikken
tijdens de productie van warm tapwater.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
170
200 220
270
320
B
Watervolume
>200 l
Doe het volgende:
▪ Verlaag de voordruk
volgens het vereiste
hoogteverschil van de
installatie. De voordruk
moet
met
0,1 bar
verlaagd worden voor
elke meter onder 7 m.
▪ Controleer
of
watervolume
NIET
groter
is
dan
maximum
toegestaan
watervolume.
Het expansievat van de
binnenunit is te klein voor
de installatie. In dit geval
wordt er geadviseerd om
een extra vat buiten de
unit te installeren.
0,1 bar
of
het
NIET
het
OPMERKING
Indien glycol in het watercircuit werd toegevoegd en de
temperatuur van het watercircuit is laag, zal het debiet
NIET op het scherm van de gebruikersinterface worden
weergegeven. In dat geval kan het minimum debiet met
een pomptest worden gecontroleerd (controleer of storing
7H NIET op het scherm van de gebruikersinterface wordt
weergegeven).
OPMERKING
Wanneer
de
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
Minimum nodig waterdebiet
20 l/min
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
tijdens inbedrijfstelling" op
6.3.4
De voordruk van het expansievat wijzigen
OPMERKING
Alleen een erkende installateur mag de voordruk in het
het
expansievat aanpassen.
Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1 bar)
het
bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgende
richtlijnen:
▪ Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievat
bij te regelen.
▪ Een verkeerde instelling van de voordruk in het expansievat leidt
tot storingen in de installatie.
Om de voordruk in het expansievat te wijzigen, verlaag of verhoog
de druk van het stikstof via de Schrader-klep van het expansievat.
a
Schrader-klep
6.3.5
Het watervolume controleren:
voorbeelden
Voorbeeld 1
De binnenunit is 5 m onder het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt
100 l.
Er zijn bijregelingen of acties nodig.
Voorbeeld 2
circulatie
in
alle
of
bepaalde
"9.4 Checklist
pagina 72.
a
EPGA11~16DAV3 + EAVZ16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556075-1 – 2019.02